Begrafenis

 

Het is zo onnatuurlijk om iets te schrijven over je eigen begrafenis. Je wilt dat gewoonweg niet doen. Maar toch wil ik een poging doen om iets te beschrijven van hoe ik het zelf zou doen als ik het zou moeten regelen. Ik hoop dat jullie dit willen zien als een poging om te beschrijven hoe het misschien zou kunnen. Het is natuurlijk aan jullie om de begrafenis definitief te regelen. Ik hoop dat jullie een vorm kunnen vinden waar jullie vrede me kunnen hebben er waar je op terug kunt kijken met een gevoel dat het goed geweest is.

 

 

Ik hoop dat het mogelijk is om na het overlijden thuis opgebaard te liggen in het kleine kamertje met de wonderlijke mengeling van een moderne computer, de studieboeken en de verzameling van religieuze spulletjes die mij heel dierbaar is. Coby en ik hebben er al over gesproken dat we tot het moment van de begrafenis geen kist willen. Dan ben je al zo erg dood.

We hopen dat het voor iedereen van de naaste familie mogelijk is om, voorafgaande aan de uitvaartviering hier in huis te verzamelen. Dan zal er toch een kist moeten komen om de rest van de ceremonie mogelijk te maken. Doe maar een heel goedkope, het is maar voor een paar uurtjes.

Ik denk dat het goed is om ruim van tevoren naar de Regenboog te vertrekken om iedereen voorafgaande aan de dienst de gelegenheid te geven om met Coby, Marieke en Irene nog even te praten. Zet mij zolang maar in het Stiltecentrum, een geliefde plaats van mij. Laat de kist en de deur maar dicht, er is voor die tijd voldoende ruimte geweest om, liefst nog levend, afscheid van mij te nemen.

 

 


 

Ik hoop dat het mogelijk is dat de begrafenis geleid wordt door zowel een Rooms-Katholiek priester en een Protestante dominee. In de oecumenische geloofsgemeenschap waarvan wij zo'n dertig jaar deel uitmaken hebben wij van beide manieren van geloven in de éne God die er is mogen delen in de rijkdom van ieders traditie. Natuurlijk gaat de eerste gedachte dan uit naar Jaap en John maar er is natuurlijk ook een andere combinatie mogelijk.

 

 

Nadat er ruim de mogelijkheid is geweest om met elkaar te praten begint dan de dienst. Hier volgt mijn suggestie.

 

 

Het zou heel fijn zijn als ik, wanneer iedereen in de kerkzaal staat, wordt binnengedragen door familie en vrienden. Bij het binnendragen word ik voorafgegaan door de paaskaars die ik van Jos heb gekregen toen ik vijftig jaar werd. Tijdens het binnendragen wordt "Lied aan het licht" gezongen.

GVL 489. Ik heb dit gekozen voor de woorden in het tweede del van het eerste vers:

Dat ik niet uitval, dat wij allen

zo zwaar en droevig als wij zijn

niet uit elkaars genade vallen

en doelloos en onvindbaar zijn.

Dit is voor mij een gebed voor elkaar. Je bent niet alleen, je bent er met z'n allen en je bent er voor elkaar.

 

 

Het deel dat daarna komt laat ik graag aan jullie over, de gebeden, een gedicht, wat jullie maar tot uiting van verdriet en tot troost kan zijn. Maar liever geen toespraken. Ik hoef niet de hemel worden in worden geprezen. Daar ben ik dan allang. Ik heb geleefd als een gewoon mens, met soms goede momenten, soms foute momenten en meestal daar ergens tussen in. Kortom, ik was gewoon een mens.

 

 

Over de preek heb ik een uitgesproken wens. Een preek wordt vaak gehouden aan de hand van een bepaalde tekst uit de Bijbel. Natuurlijk heb ik er ook over nagedacht welke tekst ik dan zou kiezen. Ik ben daar niet uit gekomen. De Bijbel is zo'n rijk boek dat je (ik tenminste) niet kunt zeggen dat een bepaalde tekst het belangrijkste is in je leven. Ik stel voor om een "wandeling" door de Bijbel te maken met teksten die mij persoonlijk heel erg aanspreken.


 

Ik stel mij hierbij voor dat een lector de teksten voorleest. De voorganger geeft daar dan het commentaar op. Ik hoop dat hij of zij zich laat inspireren door wat ik hier schrijf. Mijn commentaren op de fragmenten uit de Bijbel zijn geen theologische hoogstandjes maar meer gevoelservaringen van het moment. Ik hoop dat wat ik voel een beetje overkomt. Het is heel moeilijk om je allerdiepste gevoelens achter het koele toetsenbord van een computer op papier te zetten.

 

 

Genesis 1: 1 - 2

In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren.

In het boek van Jostein Gaarder "De wereld van Sofie"  krijgt Sofie twee vragen; wie ben ik en waar komt de wereld vandaan? Waar komt de wereld vandaan? Natuurkundigen en astronomen hebben de theorie van de Big Bang, de oerknal ontwikkeld. Daarmee kunnen zij tot op een fractie van een seconde uitrekenen hoe het heelal is ontstaan en hoe het verdere verloop geweest moet zijn tot nu toe. Een evolutie die geheel volgens de wetten van de natuur verloopt. Maar op de vraag naar wie deze oerknal heeft veroorzaakt en waarom dit is gebeurd hebben zij geen antwoord.

In Genesis 1 wordt verteld over de schepping, over een aarde die in eerste instantie woest en leeg was. Het eerste begin was dus een chaos. Een chaos waaruit alles is ontstaan, niet door een louter sturing door natuurwetten. De geest van God zweefde over de wateren. God is aanwezig in de schepping en geeft de schepping doel en richting, begin en voltooiing. God heeft een doel met de schepping, met ons als mensen.

Zo geloof ik ook dat mijn leven, als onderdeel van het grote geheel van de schepping, een leiding van de geest van God heeft. Het leven van een mens niet als een toevalligheid maar als een leven met een doel, al ben je jezelf totaal niet bewust wat dat doel is. Een leven waar je van weet dat er eens een voltooiing zal zijn. Misschien niet op de manier die je zelf gekozen zou hebben, maar toch is het bewust meemaken val het voltooien van je leven een rijke ervaring.

 

 

 


 

Genesis 1: 27 - 28a

En God schiep de mans als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. God zegende hen.

Dit kleine stukje uit de Bijbel is de trouwtekst van Coby en mij. Voor zo ver ik mij herinneren kan zijn er twee redenen geweest om voor deze tekst te kiezen.

De mens wordt naar het beeld van God geschapen. Dat betekent dat de mens, net als God een vrije wil heeft om te kiezen. Dit betekent ook dat je als mens een verantwoording voor deze schepping, en dus ook voor je medemens draagt.

Door het nadrukkelijk gelijkertijd noemen van man en vrouw in dit scheppingsverhaal wordt de gelijkwaardigheid tussen beiden aangegeven. Dit betekent niet dat deze gelijkwaardigheid van mens tot mens alleen maar binnen een persoonlijke relatie gegeven is maar dat we met elkaar op deze wereld kunnen en moeten leven als broer en zus, zonder vooroordelen over elkaars geloof, ras of wat dies meer zij.

God zegende hen. Wij hoeven het niet alleen te doen. We weten dat als we als een goed rentmeester met de schepping omgaan, wij dan op de steun van God kunnen rekenen.

 

Psalm 23: 1 - 4 (in de bewerking van Gabriël Smit)

De Heer is mijn Herder, Hij gaat mij voor naar velden vol dicht, levend groen waar het heerlijk weiden is, dankbaar staat Hij achter mij als ik drink van bronhelder water dat mijn heetste dorst verslaat.

Hij wijst mij het veiligste pad en zegt: Dit is mijn naam. Wordt het toch steil en glad dan is Hij mijn stok. Ben ik terug in het dal waar alles grauw is en kaal, de dood zelf, dan staat hij naast mij en zegt: Wees niet bang, hier is mijn hand.

Deze psalm is zo mooi dat je daar niets aan toe moet voegen. Je moet de woorden gewoon op je laten inwerken, net als bij het horen van mooie muziek, het zien van een mooi schilderij of bij een wandeling door de natuur. Alles wat je aan deze woorden probeert toe te voegen is bij voorbaat al een mislukking.

 

 

 

 

 


 

Jesaja 9: 5

Want een kind wordt geboren, een zoon ons gegeven. De heerschappij rust op zijn schouders; men noemt hem wonder van beleid, goddelijke held, vader voor eeuwig, vredevorst.

Ik heb gekozen voor dit kerstverhaal, het verhaal van de geboorte van Jezus. Wanneer de profeet Jesaja deze woorden schrijft dan weet hij dat het allemaal nog moet gebeuren. Kerstfeest als belofte voor de toekomst. Het vertrouwde verhaal van Lucas is natuurlijk heel teer en verwarmend. Met heel veel liefde heb ik dan ook ieder jaar de kerststal van zolder gehaald en alle beelden hun plaats in het geheel gegeven met het kindje Jezus als laatste op een laagje stro. Ik hoop dan ook dat jullie de kerststal zullen blijven koesteren.

Toch heb ik voor dit gedeelte uit Jesaja gekozen. Hoe mooi Lucas de geboorte van Jezus ook beschrijft, je loopt toch het risico dat je het gaat zien als een romantisch gebeuren dat 2000 jaar geleden plaats heeft gehad en dat niet meer van deze tijd is. Jesaja schrijft het kerstverhaal in de toekomstige tijd, dus ook in de tijd waarin wij nu leven. De geboorte van Christus is dan geen eenmalige gebeurtenis geweest maar iets dat in ieder van ons leven steeds weer kan gebeuren. In een kind waarin wij de vredevorst kunnen herkennen

 

Matteüs 25: 31 - 40

Wanneer de Mensenzoon komt, bekleed met zijn heerlijkheid en rondom hem alle engelen, dan zal hij plaats nemen op de troon van zijn heerlijkheid. Alle volken zullen vóór Hem bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt. De schapen zal Hij aan zijn rechterhand opstellen, de bokken aan zijn linkerhand.

Dan zal de koning tegen hen die aan zijn rechterhand staan zeggen: "Kom gezegende van mijn Vader, neem het koninkrijk in bezit dat vanaf het begin van de schepping voor jullie klaar ligt. Want ik had honger en jullie hebben Me te ten gegeven, Ik had dorst en jullie hebben me te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen. Ik was naakt en jullie hebben Me gekleed, Ik was ziek en jullie hebben naar Me omgezien, Ik zat in de gevangenis en jullie kwamen naar Me toe.


 

Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: "Heer wanneer hebben we U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? Wanneer hebben we U als vreemdeling gezien en U opgenomen, of naakt en hebben we U gekleed? Wanneer hebben we U ziek of in de gevangenis gezien en zijn we naar U toe gekomen?" De koning zal hun antwoorden: "Ik verzeker jullie, alles wat je voor één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan."

Wat kunnen, willen wij, lezen in dit gedeelte van het evangelie. Het laatste oordeel waarbij de koning op de troon beslist over een hemel of hel na ons sterven?

Bij een eerste lezing kan je het zo opvatten. God die na afloop van ons leven een eindoordeel uitspreekt over hoe wij hebben geleefd. Wanneer je dit gedeelte van het evangelie zó leest dan is de enige consequentie om vooral te leven volgens alle bijbelse geboden, geen fouten maken, want het gaat dan om je eigen persoonlijk leven na de dood, een persoonlijke zaligheid die los van je medemens staat. Het leven wordt dan wel heel krampachtig als het alleen maar om jezelf gaat.

De sleutel van zijn evangelie legt de evangelist is het antwoord op de vraag van de rechtvaardigen: "Heer wanneer hebben we U zo gezien?" en het daarop volgende antwoord van Jezus: AIk verzeker jullie, alles wat je voor één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan. "Daar gaat het volgens Mattheüs om, niet om een vroom leven om een mogelijke hemel te bereiken, maar om een open oog, een uitgestoken hand, een open huis en hart en waar nodig een droge zakdoek om de tranen van een ander te delen en te drogen.

Gaat het in dit gedeelte dan niet over hemel en hel. Natuurlijk wel. Maar zoals hier ook geschreven staat is de hemel niet alleen een toekomst waar we naar toe mogen leven. Het koninkrijk ligt al vanaf het begin van de schepping voor je klaar. Je kan het nu al vinden, in je medemens. In de wonderlijke wisselwerking van liefde ontvangen en liefde geven, vaak heel klein en stil en toch zo wonderlijk mooi. Wie dit niet wil of kan mist heel, misschien wel de hemel, in dit leven. Of je dit de hel mag noemen weet ik niet. Deze vraag laat ik graag aan jullie over.

 

Johannes 20: 11 - 16


 

Maria echter stond buiten bij het graf te huilen. En terwijl zij zo huilde wierp ze een blik in het graf en zag daar twee in het wit geklede engelen zitten, de een aan het hoofdeinde, de ander aan het voeteneinde van de plaats waar Jezus gelegen had. Ze spraken haar aan: "Waarom huilt u zo?" Ze antwoordde: "Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd!" Na deze klacht keerde ze zich om en zag Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. Jezus vroeg: "Waarom huilt u zo? Zoekt u iemand?"  In de mening dat het de tuinman was zei ze: "Heer als u het bent die Hem hebt weggenomen zeg me dan waar u Hem hebt neergelegd; dan kan ik Hem laten halen." Jezus zei: "Maria!" Zij keerde zich nu naar Hem toe en zei: "Rabboeni!"

 

Bij dit gedeelte van de Bijbel moet je eigenlijk na het lezen je ogen sluiten en het heel langzaam proberen voor je te zien. Maria die door de tranen van haar intense verdriet niets meer kan zien en  dan Jezus ontmoet. Zij herkent hem niet, het zal de tuinman wel zijn. Is Maria niet een voorbeeld voor ons? Zijn wij ook niet constant op zoek? Op zoek naar zekerheid in ons bestaan, naar een toekomst zonder ziekte en verdriet, naar een wereld zonder geweld, naar ..... vult u dat zelf maar in. Maria is op zoek naar Jezus, voor haar is Hij de bron van waaruit zij ondanks haar verdriet probeert voort te leven. Maar het is voor haar bijna onmogelijk om zonder Hem te leven. En dan ontmoet zij Hem. Op het eerste gezicht een vreemde, een willekeurig iemand, in haar geval een tuinman. Er is nog geen enkele herkenning. En dan is daar het moment van herkenning. De levende dode herkent de dode levende. Dan is slechts een woord genoeg, het bij name genoemd worden door Hij die door de dood heen leeft en die je bij de hand pakt, je bij je naam noemt, en je, hoe dan ook, het leven terug geeft. Dat is Pasen, de kern van mijn geloof.

 

Hebreeën 11: 1

Het geloof is de vaste grond voor wat wij hopen, het bewijs van wat wij niet zien.

 

Deuteronomium 34: 1

Toen ging Mozes vanuit de vlakte van Moab de berg Nebo op, op weg naar de top van de Pisga recht tegenover Jericho. En de HEER liet hem het hele land zien.

 

-        Hallo Mozes, Kan je een stukje opschuiven, dan kom ik naast je zitten.

-        Natuurlijk Aart, er is plaats genoeg hier op de berg.

-        Mooi hè dit uitzicht. Een land, een toekomst die voor ons ligt. Helaas zullen wij dit zelf nooit betreden.

-       Ja Aart dat is jammer. Maar moet je horen. Het gaat nu niet om ons. Wij hebben, ieder op zijn eigen manier, ons best gedaan. Wij moeten het nu overgeven aan onze kinderen.

-        Ja, maar kan je dat?

-        Hoor eens Aart, het Beloofde Land zal net als voor ons geen Luilekkerland zijn. De gebraden duiven komen echt je mond niet invliegen. Om in een wereld van recht en vrede, een wereld dus waarin iedereen, ongeacht wie hij of zij is, een leven je je naaste recht in de ogen durft te kijken. Dat zal niet vanzelf gaan. Je moet er aan werken.

-        Geloof jij echt Mozes dat er zo=n ideale wereld mogelijk is?

-         Luister, er zit een paar duizend jaar verschil tussen ons beiden. Ik ben 40 jaar met een heel volk op weg geweest naar het land dat God ons heeft beloofd. Dat is gelukt. Jij hebt met Coby gedaan wat jullie op je weg tegenkwamen. Soms is het gelukt, soms ook niet. Maar alles wat je positief hebt gedaan is een klein stapje naar Gods toekomst geweest.

-        Durf jij dan de toekomst aan je kinderen over te laten?

-       Ja, en dat moet jij ook doen Aart.

-        OK Mozes, laten we nu stil genieten van het prachtige land dat voor ons ligt.

 

Apocalyps 21: 1 - 4

Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en de zee bestond niet meer. Ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, vanuit God uit de hemel neerdalen, gereed als een bruid die zich voor haar man heeft getooid. Toen hoorde ik een luide stem, die vanaf de troon riep: "Dit is de tent van God bij de mensen. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen, en de dood zal niet meer bestaan; geen rouw, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij."

 

 

Als tafelgebed heb ik gekozen voor een gezongen "Die naar menselijke gewoonte".  Dit kan misschien wat vreemd overkomen, want het klinkt heel vrolijk. Mijn keuze voor dit tafelgebed is omdat hierin een rij van namen genoemd wordt. Zoals van alle mensen staat ook mijn naam geschreven in de palm van Gods hand.


 

Ik wil dat iedereen vrijgelaten moet worden om dit avondmaal/eucharistie  die dit kan wil, mag en kan mee vieren. Voor de een zal het een waardevolle herinnering zijn aan het afscheid dat Christus met zijn vrienden had. Voor anderen zijn in brood en wijn Christus werkelijk aanwezig.

Hoe je het ook voelt tijdens de viering van deze maaltijd, ik hoop dat er vooral een verbondenheid met elkaar van uit gaat. samen een maaltijd met elkaar hebben gaat verder dan zomaar een kopje koffie met elkaar drinken. Je deelt de tafel met elkaar.

Ik hoop vooral dat jullie in het delen van brood en wijn een teken van verbondenheid met elkaar zult voelen. Dat jullie, gesterkt door de gaven van Christus de Heer, met elkaar de toekomst aandurven. Dat het een teken van steun aan elkaar is.

Als lied, door het koor gezongen heb ik gekozen voor het slotkoraal uit de Johannes Passion: "Ach Herr, Lass dein lieb Engelein."

 

Dan volgt het uitvaartritueel. Mijn wens is dat dit volgens de Rooms-katholieke traditie gebeurt met de gebruikelijke symbolen.

- Water als symbool van mijn doop, het geschreven staan in de palm van Gods hand.

- Wierook als symbool van het opstijgen naar de hemel.

Omdat niet voor iedereen deze symbolen duidelijk zullen zijn is het denk ik belangrijk om ze uit te leggen.

 

 

Ik hoop dat dezelfde mensen mij ook de kerk weer uit willen dragen. Als het mogelijk is wil ik vragen of het koor daarbij wil zingen "In Paradisum, GVL 835", natuurlijk in het Gregoriaans Latijns, met in het boekje de Nederlandse vertaling:

De engelen, zij mogen u geleiden naar het paradijs, de martelaren mogen u ontvangen bij uw komst, en u brengen naar de heilige stad Jeruzalem.

 


 

De begrafenis zelf zal plaats vinden in Sassenheim in het familiegraf waar nu al mijn vader ligt en waar ook eens mijn moeder begraven zal worden. Met Coby hebben we er al over gesproken dat dit zal gebeuren in de kring van de familie en de meest nabije vriendinnen met natuurlijk hun partners die mij ook heel dierbaar zijn. Ik hoop dat jullie daarna ergens een gelegenheid hebben om samen te zijn voordat een ieder naar zijn eigen huis gaat.