Vooraf

 

De familie Boekee is een rare familie, althans die nichten van ons. Zolang ze hier in de buurt wonen, denken ze niet aan trouwen. Dat is jammer want dan zou je op de fiets naar de bruiloft kunnen gaan. Nee, ze verhuizen eerst naar ergens ver weg en stappen dan pas in de huwelijksboot met een plaatselijke schoonheid. Eerst was het Lydia die de bruiloft in Cyprus hield, na daar eerst nog een keer te zijn gedoopt. Twee feesten die we daar gecombineerd hebben met een heerlijke zomervakantie. Nu is het Carine die in Boring (een gehucht in de buurt van Portland, Oregon, USA) gaat trouwen met haar ware Jacob. Ook nu besluiten we om de familie te vertegenwoordigen en er voor oma een mooi verslag van te maken. Ook nu combineren we het met onze zomervakantie. Je gaat per slot van rekening geen reis van hemelsbreed 8036 km maken alleen voor een feestje. We willen ook een stukje van de westkant van Amerika zien.


Begin januari krijgen de plannen een beetje vorm en gaan we bij het reisbureau informeren wat mogelijk is. Het gemakkelijkst zou een kant-en-klaar verzorgde reis zijn, maar daar hebben wij niets aan. Het is dan niet mogelijk om een weekje in Boring te zijn om de bruiloft mee te maken en wat met Dirk en Ine samen te doen. Maar we willen ook niet een paar weken alleen maar in Boring logeren. Dirk en Ine voelen zich dan misschien verplicht om van alles met ons te gaan ondernemen terwijl zij hun tijd misschien beter kunnen gebruiken. Bovendien zijn wij twee eigenheimers die het liefst iedere dag zelf bepalen wat we gaan doen. Na veel rekenwerk, lezen van reisgidsen, bezoekjes aan het reisbureau en telefoontjes over en weer is er globaal het volgende reisschema uit gekomen. We vliegen eerst met United Airlines naar Washington DC. Daar hebben we een tussenstop. Dit is goedkoper dan rechtstreeks naar Portland. We kunnen twee nachten in Washington blijven. Dat doen we ook want het lijkt ons leuk om deze stad te zien. Misschien kunnen we ook nog even langs voor een kopje thee bij G. Dubbeljoe om hem een paar goede tips te geven over het regeren van zijn land. Wat je aan geld uitspaart op de vliegreis zijn we natuurlijk ruimschoots kwijt aan de hotelkosten voor die twee dagen, maar dat valt wel mee want anders zouden we aan het einde van de vakantie toch ook twee dagen in een hotel slapen. Kortom het lijkt ons een heel leuke onderbreking van een toch wel heel lange vliegreis. Als we daarna in Portland aankomen, huren we direct een auto voor de komende anderhalve week en rijden naar Dirk en Ine in Boring. De volgende dag (vrijdag) is dan de bruiloft. Wat we in de volgende dagen gaan doen is nog een wat grijs plan. Mount Hood en St. Helens staan zeker op het programma. Na zes nachten vertrekken we uit Boring naar het zuiden. We hebben al een mogelijke route uitgestippeld, deels langs de kust en ook weer meer naar binnen. Hoe we precies gaan is nog helemaal open, ook omdat het vanuit Nederland niet mogelijk is om daar hotels te boeken. Dit deel van Amerika wordt nog nauwelijks door toeristen bezocht. Wel staat al vast dat we na een paar dagen in het Yosemite Natuurpark zijn waar we twee nachten blijven. Dan gaan we door naar San Francisco voor de laatste drie dagen van onze vakantie. Daarna vliegen we rechtstreeks naar huis.  

Intussen kopen we een paar boeken en sturen Dirk en Ine ons gedetailleerde kaarten van Oregon en Californië op met daarin een mogelijke route naar San Francisco aangegeven. Dit wijkt nogal af van wat wij van plan zijn, maar wat de mooiste route wordt zien we dan wel ter plaatse. Er zijn nog een paar telefoontjes en een bezoek aan het reisbureau nodig te zijn om de puntjes op de i te zetten. Het vluchtschema klopt niet en de auto is voor teveel dagen geboekt. Voor de twee overnachtingen in hotels in Oregon aan de kust kan geen reservering vanuit Nederland worden gedaan, dat moeten we ter plaatse regelen.

Op de bruiloft willen we de cadeaus van de familie en onszelf met een opvoering van Thomasvaer en Pieternel aanbieden. Beetje bij beetje wordt de tekst geschreven en wordt er een Engelstalige (niet rijmende) versie van gemaakt. Voor we vertrekken geven we twee proefvoorstellingen en dan moet het daar ook maar lukken.

Langzaam maar zeker zien we tijdens de voorbereiding een steeds groter probleem opkomen. Hoe krijgen we dit allemaal mee want de berg met spullen groeit steeds groter en er zitten een paar probleemgevallen bij, zoals de houten kist met spelletjes en een paar klompen maat 46. De oplossing vinden we door het "opofferen" van een koffer. Op zolder staat nog een oude koffer van opa en oma Haasnoot die al heel lang niet meer gebruikt is en waarschijnlijk ook nooit meer gebruikt zal worden. Als we hier alles voor de bruiloft in kunnen pakken dan laten we daarna de koffer daar achter. Probleem opgelost. Inderdaad kan bijna alles in die koffer die er door weerbarstige vormen van de inhoud er na het met moeite sluiten wat merkwaardig uitziet en aan alle kanten kieren vertoont. Een halve rol stevig touw biedt uitkomst en dan maar hopen dat de Amerikaanse douane een goede bui heeft en niet de inhoud wil inspecteren.

 

 

 

 

Dinsdag 17 juli

 

Het is zover, vandaag gaan we. We kunnen op ons gemak de twee "normale" koffers inpakken voordat Florus ons om halfelf naar Schiphol brengt. Daar zijn de veiligheidscontroles veel minder streng dan ons voorspeld was. Het is wel iets uitgebreider dan pakweg een chartervlucht naar Mallorca, maar ook weer niet overdreven. Na wat winkelen en een broodje eten is het tijd om in te stappen waarna we, met een kwartier vertraging, vertrekken.

We vliegen met een nieuwe Boeiing 777 van United Airlines. We hebben twee plaatsen tussen het raampje en het linker gangpad. Iedere stoel heeft zijn eigen beeldschermpje waarop, naar keuze een aantal videofilms of de vluchtinformatie is te volgen zoals de route, de hoogte, de snelheid die heel erg afhankelijk blijkt te zijn van de tegenwind. De verzorging aan boord is prima; eenmaal goed op weg komt er eerst een drankje, gevolgd door een voor vliegtuigbegrippen goede maaltijd die met een likeurtje of cognacje wordt afgesloten. Dan begint het grote zitten. Misschien omdat we ons er van tevoren op hebben ingesteld valt dit eigenlijk wel mee. Ruim voor de landing komt er nog een broodje, vruchtensalade en een drankje.

Acht uur later, ongeveer halfvier plaatselijke tijd, staan we weer op de grond in Washington DC waar het 30 graden is en erg klam. De controles op het vliegveld zijn vriendelijk, maar voor ons gevoel nog steeds in een Oost‑Europees tempo. Overal wordt rustig de tijd voor uitgetrokken. De door ons in verband met allerlei ongeregelde niet aangegeven spullen in de bagage, en zeker de als een rollade ingepakte oude koffer, leveren geen vertraging op bij de douane. Alleen als de, op een keukenstoel gezeten, beambte ziet dat wij Oregon als eindbestemming hebben neemt hij er de tijd voor om uitgebreid te vertellen dat wij boffen dat we naar de mooiste staat van de Verenigde Staten gaan. We hebben geen zin om op zoek te gaan wat de goedkoopste manier is om van het vliegveld naar het hotel te komen en nemen daarom een taxi die ons heel snel; het is rustig op de weg en hij rijdt vaak veel te hard in ruim een half uur voor het hotel afzet. De kosten zijn $ 60.

We logeren in het Omni Shoreham Hotel, ergens tussen de rand en het centrum van de stad. We hebben er een enorm grote kamer op de vierde verdieping met twee tweepersoons bedden. We kunnen dus allebei overdwars slapen als we dat willen. Na alleen de hoogstnodige spullen uitgepakt te hebben maken we een wandeling door de omgeving, o.a. het park achter het hotel. Daarna gaan een burrito eten in een Mexicaans restaurant. Weer terug in het hotel gaat Coby nog even een baantje zwemmen, dan  onder de douche en om half tien (het is dan in Nederland halfvier 's nachts) gaan we slapen.

 

 

 

Woensdag 18 juli

 

Als we wakker worden om halfzeven is het buiten bewolkt en zijn er een paar spatten regen gevallen. We besluiten om voor het ontbijt eerst maar een uurtje te gaan wandelen. Dan vinden we een simpel tentje waar we voor een paar dollar kunnen ontbijten. Dat is in ieder geval een stuk goedkoper dan in het hotel waar alleen al de koffie $ 5 kost.

Gisteren hebben we in het hotel al tickets gekocht voor een trolley tour door de stad Washington. Volgens de conciërge (een functie in het hotel die van alles regelt, zoals de verkoop van tickets, het reserveren van een taxi enz.) vertrekt de eerste rit om kwart over negen, volgens de folder om vijf voor tien. We houden het op het eerste en vertrekken om iets over negen naar de halte die schuin tegenover het hotel ligt. Het regent zachtjes maar doordat het lekker warm is en het niet waait is het best te doen. Er staan al twee mensen bij de halte te wachten. Het duurt nog tot kwart voor tien voor de eerste bus komt.

Onze eerste stop is bij de Nationale Kathedraal. We komen daar te vroeg aan want de kerk gaat pas om tien uur open. Omdat het regent wekt binnen ons een vrouw dat we door een zijdeur naar binnen kunnen. Als we dan vervolgens bij de hoofdingang aankomen is ook die open. De kerk is ongeveer honderd jaar oud. Het is een vrij groot gebouw dat sober is ingericht. Alleen de ramen zijn erg mooi. Met de lift gaan we naar bovenin de toren vanwaar je over de stad kunt uitkijken. Het is het hoogste uitzichtspunt van Washington. Door het vochtige weer valt het uitzicht tegen. Wanneer we op de begane grond op de bus voor de volgende etappe staan te wachten stoppen de eerste touringcars voor de kerk, waarvan twee met padvinders. Wat zijn dat een nerds in Amerika.

De volgende stop is in Georgetown. Dit is het oudste deel van de stad. We stappen hier uit, niet omdat, afgezien van wat gezellige winkels, het interessant is, maar omdat we bij de Potomac rivier willen kijken wat de mogelijkheden zijn om morgen een rondvaart te maken. Helaas vertrekt de eerste boot pas om twaalf uur. Dat is voor ons te laat want dan halen we het vliegtuig naar Portland niet.

Het Lincoln Memorial is de volgende halte waar we uitstappen. We beklimmen de enorme trappen naar het standbeeld van president Lincoln. Als je op de trappen staat zie je aan de andere kant van de Reflecting Pool (een grote langwerpige vijver) als een enorme obelisk het George Washington monument staan. Het is op deze plaats dat Marthen Luther King de beroemde rede "I have a dream" hield. Als je dan even later een geluidsopname hiervan hoort krijg je kippenvel. Vandaar wandelen we naar het monument voor de Korea oorlog. Dit bestaat uit een groep losstaande beelden van soldaten in gevechtshouding. De beeldengroep is aan een kant begrensd door granieten muur waarin portretten van soldaten zijn geëtst of gegraveerd. Vanaf dat punt is het mogelijk een extra rondje over de Arlington begraafplaats te maken, maar daar zien we van af omdat we heel Washington in een dag moeten doen.


Daarna blijven we een paar haltes zitten. Hier zijn de musea van Washington en we hebben toch geen tijd om die te bekijken. Het Capitol is daarom onze volgende stop. We stappen uit bij de fonteinen van de bibliotheek van het Congress. Van daar lopen we door de tuin naar het Capitol. Op de treden van de trap staat een levensgroot Mariabeeld. In de tuin wemelt het van de eekhoorns, die volgens een voorbijganger de vetste van heel Amerika zijn.

Bij de volgende stop, het spoorwegstation is het tijd om een hapje te eten. Buiten is niets te vinden dat op een restaurant lijkt. Binnen zijn een paar dure eetgelegenheden, niet van het soort dat we zoeken. Even later ontdekken we dat er een verdieping lager een compleet fastfood paradijs is. Talloze winkeltjes met alle soorten voedsel zoals hamburgers, pizza's, hot dogs enz. Het is er enorm druk en er is nauwelijks een tafeltje vrij. Wat je gaat eten wordt dus niet bepaald door waar je trek in hebt maar door waar je een vrij tafeltje vindt. Het wordt voor ons voor de tweede achtereenvolgende keer een burrito.

We vervolgen onze weg en maken een stop op het Freedom Plaza. We verbazen ons er over dat er nauwelijks terrasjes te vinden zijn. Ook winkels zijn er bijna niet. Wel zie je op straat heel veel mensen met een grote beker drinken lopen, vaak met iets eetbaars in de andere hand. Op zo ongeveer het enige terrasje van de stad, een paar aluminium stoelen bij een zelfbedieningsrestaurant, drinken we even wat.

De laatste stop die we maken is bij het Witte Huis. We zijn maar niet naar binnen gegaan omdat president G. Dubbeljoe op dat moment net naar Europa vertrokken is en we geen zin hebben om met de vice‑president te praten. De president van Amerika woont wel aardig. Het huis is in het echt wat kleiner dan we ons hadden voorgesteld. De tuin maakt dat echter helemaal goed, het gras ligt er mooi bij. De tuinman hoeft voorlopig ook niet te sproeien want de regen komt nu met bakken uit de hemel. We hoeven gelukkig niet al te lang op de trolley te wachten want de boom waaronder we staan begint door te lekken en de paraplu ie is net iets te klein voor twee personen. Als we weer bij het hotel terug zijn is het daar helemaal droog.

In de avond lopen we een stukje in de richting van het centrum. Op zo' kleine kilometer lopen vanaf het hotel hebben we bij een plein een aantal leuke restaurants gezien. We komen bij een Italiaan terecht waar de ober die ons bedient goed Nederlands spreekt omdat hij een paar jaar in Nederland gewoond heeft. De kreeft en de vis van de dag met garnalen smaken uitstekend.

 

 

 

Donderdag 19 juli

 

Na het ontbijt, iets uitgebreider dan gisteren met roerei en bacon, gaan we de koffers inpakken. Bij de balie regelen we de shuttlebus om ons in de middag naar het vliegveld te brengen en de tijdelijke opslag van de koffers.

Als alles is geregeld gaan we naar de dierentuin. Deze ligt op ongeveer tien minuten lopen van het hotel. Via een brede rechte weg komen we er. De toegang is gratis. Als we er aankomen, even voor tien uur, is het er heerlijk rustig maar dat verandert snel als de ene bus met schoolkinderen na de andere aankomt. Het wordt dan een enorme drukte. De dierentuin doet wat ouderwets aan met de dieren keurig gescheiden in aparte hokken. Heel leuk is een touwbaan boven de bezoekers waardoor de Orang Oetangs van het ene woongebied naar het andere kunnen klauteren. Op het moment dat wij er zijn hebben ze echter geen zin dit kunstje te vertonen. Intussen is de zon doorgebroken en wordt het behoorlijk warm. Voor we naar het hotel terug gaan eten we nog wat tegenover de ingang van de dierentuin.

In het hotel verruilen we de korte broek en T‑shirt voor wat nettere kleding. Om kwart over drie vertrekken we naar het vliegveld. De chauffeur van de shuttlebus heeft de airconditioning op maximaal gezet waardoor we bijna bevriezen. Alles gaat precies volgens schema en om tien over halfzes vertrekken we met een Airbus 320 richting Portland waar we vijf en een half uur later aankomen. Op het vliegveld worden we opgewacht door een chauffeur uniform met pet die een bordje met BOEKEE voor de borst. Hij gaat met ons mee om de koffers op te halen en vervolgens gaan we naar de parkeergarage. Voor de garage staat een grote glimmende limousine, en ja hoor, daarmee worden we verder vervoerd. Daar zitten we dan in zo'n grote Amerikaan met video, televisie en bar. We voelen ons minstens zo belangrijk als G. Dubbeljoe en de First Lady. Na een half uur rijden komen we aan op de golfclub van Gresham. Hier is het pre‑wedding dinner gehouden nadat eerder op de middag de generale repetitie voor de huwelijksvoltrekking was. We maken kennis met de ouders van Jacob en enkele anderen. Na samen een glas wijn gedronken te hebben gaan we met Dirk en Ine naar huis waar we voor het slapen gaan nog wat zitten te praten

                                                    South Fork


 

Vrijdag 20 juli

 

Dirk is vandaag al vroeg wakker. Hij is bezig met het maken van de bloemstukken en boeketten voor de bruiloft. Na verloop van tijd staat een groot deel van de vloer van de garage vol met prachtige bloemen waarbij de lelies het meest opvallen. Intussen worden de oprit en het dak van de carport versierd met groen, bloemen en linten. Tussendoor gaan we een partij ballonnen ophalen die verder geen plaats in de truck innemen omdat ze tegen het dak blijven zweven. Om halftwee gaan Ine, Carine en de bruidsmeisjes naar de kapper. Intussen worden alle bloemen en andere spullen voor de bruiloft ingeladen. Tegen vier uur is het tijd om de nette kleren aan te trekken. Dirk voelt zich erg onwennig in het kostuum met heel veel knoopjes en de knellende schoenen. Intussen is ook de fotograaf aangekomen.

Het is de bedoeling dat de bruiloft op de Hollandse manier te laten beginnen, dus beide families verzamelen in het huis van de bruid waar dan de bruidegom zich dan met bruidsboeket meldt. Dan gaat er van alles mis. De familie Hutchison komt niet opdagen. Of ze het niet snappen of vergeten zijn of niet willen is niet duidelijk. Een volgend probleem is dat Jacob het bruidsboeket thuis heeft laten liggen. We hopen maar dat iemand van de familie het meeneemt. Om kwart voor vijf verschijnt Jacob met de best men en na het maken van de foto's vertrekken we naar South Fork, dit is een soort partycentrum dat uitsluitend in de weekeinden in de zomer voor bruiloften gebruikt wordt. Als we daar aankomen laden we eerst de truck uit. Intussen worden in de tuin de bruidsfoto's gemaakt. Geleidelijk aan komen de gasten voor het feest.

Het huwelijk wordt in de openlucht voltrokken onder een immitatie‑Grieks koepeltje. Voor de gasten is er een meega partytent met 100 klapstoeltjes. Als eersten nemen de dominee en de pastor onder het koepeltje plaats waarna Jacob in het midden plaats neemt Daarna worden de grootouders en de ouders van Jacob en Ine naar hun plaats gebracht. Vervolgens komen de groomsmen en bridesmaids, gevolgd door de maid of honnor en de best men. Als laatste wordt Carine aan de arm van Dirk "binnen" geleid. Dit alles gebeurt onder de zeer strakke regie van de bedrijfsleidster van South Fork. Niets wordt hierbij aan het toeval overgelaten waardoor het, voor ons tenminste, op een toneelstuk lijkt.              De eigenlijke huwelijksbevestiging begint met gebed en de lezing van de bekende woorden van Paulus over de liefde door dominee Philip Yokers, gevolgd door enige persoonlijke woorden van hem. Dan leest pastor Gus Krum twee verhalen, het eerste uit De Kleine Prins. Het tweede is uit De Profeet van Kahlil Gibran. Hierna volgen de vragen aan het bruidspaar, het wisselen van de ringen en de inzegening van het huwelijk. Na een slotgebed en de zegen is de plechtigheid afgelopen. De hele plechtigheid duurt ongeveer een kwartier.


Dan volgt het feest. Eerst het feliciteren van het bruidspaar. De cadeaus heeft iedereen al van te voren ingeleverd, dus dat gaat redelijk snel. Uitpakken dat komt morgen pas. Het diner daarna is in buffetvorm. Wij vinden het gek dat de Amerikanen alles in een keer op hun bord scheppen. Vlees, aardappelen, zoet, salade en fruit worden naast, door en op elkaar in een keer meegenomen. Een beetje vreemd, maar 's lands wijs 's lands eer zullen we maar zeggen. Zelf lopen we liever een paar keer om alles na elkaar op een schoon bord te scheppen. De eerste ronde zitten we bij de jongelui aan tafel daarna eten we verder met de mensen van de Holland Club die er al snel een vrolijke boel van maken. Dan is het tijd voor ons optreden als Thomasvaer en Pieternel. Terwijl wij ons boven omkleden vraagt Sietske de mensen om binnen te komen en deelt Dirk‑Jan de teksten in het Nederlands en het Engels uit. De zenuwen die we natuurlijk hebben verdwijnen als we beneden zijn en onze "voorstelling" beginnen. Na een minuut of tien zijn we klaar en opgelucht omdat we de indruk hebben dat iedereen het leuk gevonden heeft. Daarna gaan we het door Dirk en Ine meegebrachte vuurwerk klaarzetten om het vlak daarna af te steken. Nog voor Daan halverwege met afsteken is moet hij stoppen omdat er een klacht is binnen gekomen. Intussen is de bar gesloten. De bar is deze avond niet het meest flexibele deel van het geheel. Daan die 23 is moet twee keer zijn paspoort laten zien om een glas bier te krijgen. Hoewel het feest tot elf uur mag duren begint het personeel al om kwart over tien met opruimen. Dan is het feest snel afgelopen en gaat iedereen naar huis. Een deel van de bloemstukken wordt aan het personeel uitgedeeld. Nadat we de truck weer hebben ingeladen met de bloemen en alle cadeaus gaan we naar huis waar we voor het slapen gaan nog even wat na praten.


 

 

 

Zaterdag 21 juli

 

Na het ontbijt gaan we eerst de truck uitladen. De cadeaus en een paar bloemstukken gaan naar boven en de rest gaat naar de garage. De versieringen van de oprit worden weggehaald. De bloemen zijn verlept en dat is dan geen reclame voor de zaak. Daarna gaan we boodschappen doen voor de lunch. De Hutchison familie heeft afgezegd. Om half twaalf komen Carine en Jacob die de nacht in een hotel hebben geslapen en even later de bridesmaids Torey en Jessica. Eerst gaan we met z'n allen uitgebreid lunchen met heel veel door Afke gebakken krentebollen en het brrod waar Dirk zoveel mogelijk de meegebakken zaadjes zit uit te peuteren. Dan begint het uitpakken van de cadeaus. Het lijkt op een soort Sinterklaasavond met als verschil dat er geen gedichten zijn en dat alle cadeaus voor Carine en Jacob zijn. De anderen krijgen niets. Jessica houdt op een lijst zeer nauwkeurig bij wie wat heeft gegeven.

In de middag gaan we met Dirk naar de zaterdagmarkt. Deze markt, die overigens ook op zondag wordt gehouden, is in het centrum van Portland. Het is een wat alternatief gebeuren met veel stalletjes met oosterse producten, snuisterijen, zelfgemaakte producten en veel eet kraampjes. Er hangt een ontspannen sfeer. Op weg terug naar de auto lopen we een stukje langs de rivier. Op weg naar huis rijden we langs de fotograaf in Gresham om de eerste foto's op te halen.

Na het avondeten brengen we twee van de bloemstukken naar de kerk. Dirk heeft een sleutel om binnen te komen. Voor het slapen gaan zitten we nog even met z'n allen te praten

 

 

 

Zondag 22 juli

 

Bij het ontbijt heeft iedereen een cadeau voor Coby meegenomen. Nu moet zij zich aanpassen aan de Amerikaanse gewoonte om deze niet onmiddellijk uit te pakken. Dit komt later op de morgen bij de koffie na het kerkbezoek. Om negen uur begint de kerkdienst. Ergens tegen het einde van de dienst worden we aan de gemeente voorgesteld waarbij Ine verklapt dat Coby vandaag jarig is. Een spontaan Happy Birthday is het gevolg. Weer terug is het tijd voor de koffie met taart. Dirk‑Jan, Sietske en Daan zijn ook bijgeschoven met een cadeau. Dan mag Coby met het uitpakken beginnen en herhaalt zich op kleine schaal het ritueel van de vorige dag. Ook nu zijn de cadeaus maar voor een persoon. Het uitpakken wordt regelmatig onderbroken door een telefoongesprek uit Nederland met de felicitaties voor Coby.

Tegen twaalf uur vertrekken we naar de Mount Hood, een van de vele geheel of half uitgedoofde vulkanen die langs de noord‑west kust van Amerika liggen. Het is ongeveer een uur rijden. Met de auto kan je tot Timberline Lodge komen, een hotel dat, zoals de naam al aangeeft, op 1800 meter op de boomgrens ligt. Vandaar gaan we met de stoeltjeslift nog 300 meter naar boven. We komen dan in een gebied terecht waar nog voldoende sneeuw ligt om te skiën of om in ons geval sneeuwballen te gooien. Weer terug bij de Timberline Lodge maken we een wandeling van een uur over een deel van de helling. Dan is het tijd om weer terug naar huis te rijden.

 

 

 

 

 

Dinsdag 24 juli

 

Als we boven aan het ontbijt verschijnen zijn Sietske en Daan al vertrokken. Zij moeten de vroege trein naar Seatle halen en zijn om half zeven de deur uitgegaan. Tijdens het ontbijt bellen we oma die vandaag jarig is, 84 jaar.

Na het ontbijt gaan we op pad naar de Columbia Gorge. De Columbia rivier stroomt hier van oost naar west. Het is een streek waar sinds 17 miljoen jaar lang vulkanen actief zijn geweest en soms nog zijn. Zo is 20 jaar geleden de Mount St. Helens uitgebarsten wat het openbare leven rond Portland behoorlijk heeft platgelegd. Tijdens de laatste ijstijd kreeg de rivier haar huidige loop.

We volgen de rivier stroomopwaarts van west naar oost via Troutdale en vervolgens de Historic Columbia Highway. Eerst stoppen we bij twee uitzichtspunten, het Portlands Women Forum en Crown Point. Bij het laatste is een informatie centrum. Het is jammer dat het nog steeds bewolkt is en dat daardoor het uitzicht slecht is. Daarna volgt er een hele reeks watervallen, te beginnen met Latourell Falls, na een paar andere de Bridalveil Falls. Hier moeten we een flink stuk door het bos lopen en klauteren om er te komen. De grootste watervallen zijn de Multnomah Falls die uit twee heel verschillende delen bestaat. Het bovenste deel is het grootste en het water komt in fijne druppels naar beneden in een mini‑meertje, daarna valt het kletterend naar beneden in een rivier. Op de grens van beide delen is een stenen brug als uitzichtspunt. De laatste watervallen die we zien zijn de Horstail Falls. We maken hier een wandeling van anderhalf uur waarbij we bij een van de watervallen er onderdoor lopen. Het is een heel aparte ervaring om een waterval van de achterkant te zien.

Om halftwee komen we bij de Bonneville stuwdam waar we een plekje vinden voor de picknick. Bij de stuwdam is ook een zalmkwekerij waarin grote bakken 4,5 miljoen vissen worden gekweekt. De weg terug proberen we langs de noord kant van de Mount Hood te rijden. Via de plaats Hood River rijden we in de richting van de berg over steeds smallere weggetjes die later overgaan in een steenslag pad waar we uiteindelijk doodlopen. Er zit dan niets anders op om maar weer om te draaien en via de snelweg terug te rijden. We hebben onderweg wel prachtige uitzichten op de Mount Hood gehad.

's Avonds gaan we in een Mongools restaurant eten. Je moet zelf in een kommetje de rauwe vis, vlees en groenten naar keuze doen waarna de kok het op een enorme bakplaat gaar maakt en vervolgens op je bord doet. Na het eten gaan we op het vliegveld de auto ophalen. Het is een zo goed als nieuwe Ford Escort in een wat merkwaardige bruine metallic kleur. Achter Dirk aan rijden we terug naar Boring.

 

Vandaag gereden: 30 km.


 

Woensdag 25 juli

 

Na het ontbijt pakken we de laatste spullen in de koffers. In een koffer zitten de spullen die we verder niet meer nodig hebben en die de rest van de reis achter in de auto kan blijven. Om acht uur vertrekken we uit Boring.

We hebben er voor gekozen om niet langs de kust naar het zuiden te rijden maar meer landinwaarts. De reden hiervoor is dat vlak langs de kust het weer niet te voorspellen is. Het kan er heel aangenaam zijn maar ook koud en mistig zoals we maandag gemerkt hebben. Dat we voor het goede weer hebben gekozen zullen we de komende dagen merken. De dag temperatuur ligt al vrij vroeg in de morgen tussen de 35 en 40 graden. Pas halverwege de avond koelt het wat af. Maar niet zeuren, we wilden mooi weer en we krijgen mooi weer.

We rijden eerst via de highway 26 naar het oosten. We laten de Mount Hood letterlijk links liggen maar voor ons zien we al weer de volgende bergen met sneeuw. Dit zijn ook oude vulkanen die bij het Cascade gebergte horen. Vervolgens gaan we  via de highway 97 naar het zuiden. De eerste stop is bij het Smith Rock State Park. De Crooked rivier heeft daar een vrij nauwe klof in de rotsen uitgeslepen. We maken een wandeling langs een stuk van de rivier en zien hoe mensen bezig zijn de steile rotsen te beklimmen. Dat lijkt ons een hele klus is deze warmte. Hoe dat is ervaren wij even later als we uit het dal weer omhoog moeten lopen naar de parkeerplaats. Het is behoorlijk afzien en eenmaal boven rustig uitpuffen.

Bij de plaats Bend slaan we rechtsaf voor een omweg over de Cascade Lake Scenic Byway. We rijden langs de berg met de naam Mount Bachelor, wat een naam voor een berg die uitkijkt op de Three Sisters, eveneens bergen waarvan de top nog met sneeuw bedekt is. We gaan de weg af en komen via een steenslag pad bij het afgelegen Sparks Lake (een goed idee van Ine). We zijn daar bijna de enige bezoekers. Het is heel leuk om daar langs de oever wat rond te scharrelen. Via een boog weer terug naar de highway 97.

In Chemult vinden we een motel langs de weg. Het is het Dawson House motel. We hebben er een leuke kamer. Alleen blijkt in de loop van de avond dat achter langs het motel een spoorbaan loopt. Dat wordt dus een rumoerige nacht. Voor het slapen gaan eten we wat in een restaurant aan de overkant van de straat.

 

Vandaag gereden: 459 km.



 

 

Donderdag 26 juli

 

Om kwart over acht vertrekken we, na eerst getankt te hebben, uit Chemult. De benzine in Amerika is voor ons begrip nog erg goedkoop, omgerekend ongeveer een gulden per liter. De prijsverschillen zijn groot tot wel 25 % per tankplaats. Maar ja, wat maakt dat nu uit op de totale vakantie uitgaven.

Via de highway 138 rijden we naar het Crater Lake. Dit meer is ontstaan door een uitbarsting van de vulkaan Mount Mazana 7700 jaar geleden. Nadat de top van de berg was weggeblazen stortte de berg in en ontstond de krater. Dit is nu een meer met een doorsnede van ongeveer 10 km. Het diepste punt van het meer in ongeveer 600 meter. De kraterrand ligt op gemiddeld 2450 meter hoogte en 600 meter boven het wateroppervlak. We rijden met de klok mee rond het meer. Soms met een uitzicht op het meer vanaf de kraterrand dan weer iets van het meer af met uitzicht op de bergen en de bossen rondom. Na een broodje gegeten te hebben maken we de Godfrey Clen wandeling van drie kwartier langs een kloof met veel oude bomen. We rijden via highway 62 het park weer uit.

Via Klamath Falls rijden we in zuid‑westelijke richting naar Weed. Het eerstestuk is vlak en vervolgens komen we weer in de bergen. Over de Interstate snelweg 5 rijden we verder naar het zuiden. In de plaats Lakehead stoppen we om een motel te zoeken. Het eerste motel waar we aankloppen zit vol maar daar wordt gebeld naar een ander waar nog wel plaats is. We slapen in het Neu Lodge motel in een grote kamer met airconditioning. Dat mag ook wel bij een temperatuur die tegen de veertig graden is. We doen even een paar boodschappen en eten wat op een terras. Dan gaan we zwemmen in het zwembad dat pal voor de kamerdeur ligt. In de avond koelt het wat af, net genoeg om buiten te kunnen zitten.

 

Vandaag gereden: 397 km.

 



Vrijdag 27 juli

 

We vertrekken vandaag al vroeg om, voordat het echt warm wordt, iets actiefs te doen. Om halfnegen maken we een wandeling langs het Shasta meer. We doen er vijf kwartier over om helemaal rond te komen. Dan rijden we via de Interstate 5 verder naar het zuiden. Het eerste deel is nog vrij bergachtig tot Redding. Daarna komen we in een vlak gebied met veel landbouw. Eerst zien we veel graan, later veel fruitbomen en aardappels.

Om twee uur komen we in Sacramento aan. Dankzij een goede routeplanner rijden we rechtstreeks naar ons hotel, Clarion, in het centrum. Het hotel ligt naast de woning van de gouveneur van Californië maar sinds Reagan er weigerde te wonen staat het leeg. We hebben alle tijd om door de stad te wandelen. Via een park komen we bij het Capitol waar het bestuur van de staat Californië zetelt (Sacramento is de hoofdstad van Californië). Binnen is het heerlijk koel zodat we daar even blijven. Iets verderop is een groot winkelcentrum, het Plaza. Er zijn allerlei winkels en er is zelfs een terrasje waar je iets kunt drinken zonder dat er van je verwacht wordt dat je er ook eet. Dan brengen we de aankopen naar de hotelkamer en koelen daar wat af voor we de stad in gaan om in het Plaza te gaan eten. Het kan natuurlijk toeval of verbeelding zijn maar het valt ons op dat we in de stad erg veel invaliden zien. Vlak voordat we gaan slapen belt Dirk op om te informeren hoe de reis tot nu toe is verlopen.

 

Vandaag gereden: 306 km.



 

 

Zaterdag 28 juli

 

Sacramento uit rijden gaat al even gemakkelijk als er in en al snel rijden we verder naar het zuiden over highway 99. Bij Manteca gaan we naar het oosten. Na de koffiestop komen we weer in de bergen. De weg wordt smaller en gaat slingerend omhoog. Om twaalf uur komen we aan bij het Yosemite Park dat we via de westelijke ingang, de Big Oak Flat Entrance, binnen rijden. De kosten hiervoor zijn $ 20,00. Volgens de routeplanner is het dan niet ver meer naar het hotel in Oakhurst. Dat blijkt niet zo te zijn want we zijn er nog lang niet. We rijden nog drie uur door het park over een smalle, heel bochtige weg door de bergen tot 1800 meter hoog. Veel van de natuur zie je niet omdat je alle aandacht aan het rijden moet besteden. Uiteindelijk verlaten we het park aan de zuidkant en komen even later aan in Oakhurst in ons hotel, Best Western. Ook hier weer een grote kamer met alles er op en er aan, met de airconditioning als heel belangrijk want het is ook vandaag weer bloedheet. Nadat we wat zijn bijgekomen van de tocht gaan we wandelen langs de winkeltjes in de buurt van het hotel. We eten in het restaurant van het hotel voordat we vroeg gaan slapen. Ook deze avond belt Dirk om te vragen hoe het gaat.

 

Vandaag gereden: 344 km.

 


 

 

Zondag 29 juli

 

Omdat we gisteren gemerkt hebben dat auto rijden en rustig om je heen kijken niet samen gaan in het Yosemite Park hebben we besloten om een excursie te boeken en zo het park te bekijken. Om kwart over acht worden we door een bus bij het hotel opgehaald en na nog twee stops rijden we om negen uur het park in.

De eerste stop is bij Glacier Point. De smalle weg daar naar toe gaat over over een 2400 meter hoge pas. Glacier Point ligt op 2200 meter aan de rand van de canyon van de Merced rivier. Er is een aantal uitzichtpunten vanwaar je uitkijkt op de bergen aan de overkant van de canyon en op de vallei die 1500 meter lager ligt. We blijven ongeveer een half op Glacier Point. We moeten dezelfde weg voor een deel weer terug rijden om in de vallei te komen. We maken een stop bij het uitzichtpunt Tunnel View dat bijna in de vallei ligt. Van hieruit kan je de Brideveil waterval zien. Het is de enige waterval in het park waarin deze tijd van het jaar water stroomt. De Yosemite watervallen staan op dit moment droog. Wanneer hier water stroomt, van eind oktober tot het begin van de zomer, zijn dit de hoogste watervallen van Noord‑Amerika.

In de vallei ligt Yosemite Village, een toeristisch dorp. We komen er om half een aan, tijd om een broodje te eten. Het is vreselijk druk in de vallei. Het was ons al bekend dat het in de zomer erg druk kan zijn in het weekeinde. We wandelen en winkelen wat in het dorp. We bezoeken het museum en het daar achter gelegen nagebouwde indianendorp. Om twee uur vertrekken we weer uit de vallei. Voor we de vallei uit rijden nemen we eerst nog een kijkje in het Ahwahnee hotel. Het is een wat ouder hotel dat geheel van hout gebouwd is. Het is heel luxe en heel duur.

De weg naar de laatste bezienswaardigheid van het park is gewoon de heenweg weer terug rijden. Onderweg stoppen we twee keer. Eerst bij El Capitan. Dit is een heel steile rotswand die steil en soms wat overhellend uit de vallei omhoog gaat. Hier zijn bergbeklimmers bezig met het omhoog klauteren, een klus die een week kan duren. Als kleine vliegen zie je wat stipjes tegen de rotswand. De tweede stop is bij de rivier de Merced. Van hier zie je de Brideveil waterval van een iets andere kant. Ook kan je hier de rivier bekijken die op dit moment niet zo erg hoog staat.

Als laatste gaan we naar de Maripose Grove. Deze ligt aan het einde van een zijweg, vlak bij de zuidelijke ingang. Hier groeien de reuze Sequoia bomen. Het zijn enorme bomen met een dikke stam en ze zijn tot ongeveer 100 meter hoog. De oudste zijn tussen de drie en vier duizend jaar oud. Het duurt ongeveer duizend jaar voor een boom volwassen is. Het is familie van de Redwoods. Op slechts drie plaatsen in de wereld komen deze bomen"in het wild" voor, in China, aan de westkust van Oregon en Californië en hier in het Yosemite Park. Als we om vijf uur het park uit rijden hebben wevolgens onze Chauffeur/gids 3% van het totaal gezien. Een half uur later zijn we bij het hotel terug.

 

Vandaag  gereden:  0 km.


 

 

 

Maandag 30 juli

 

Om halfacht vertrekken we uit Oakhurst. Na een uur rijden zijn we uit de bergen. We schieten goed op en zijn eerder dan verwacht in de buurt van de westkust. Voordat we verder rijden drinken we eerst koffie en eten een broodje. Dan rijden we het laatste stuk naar San Francisco.

Het binnen rijden van San Francisco is net zoiets als tien maal achter elkaar over het Prins Claus Plein rijden. Het is een schier eindeloos  knooppunt van snelwegen die boven‑ en onder elkaar doorlopen. Gelukkig is alles heel goed aangegeven en is het rijgedrag van de Amerikanen zo rustig dat je zonder moeite vijf of zes rijstroken naar rechts of links kunt opschuiven. Uiteindelijk komen we uit bij het begin van de Bay Bridge, de verbinding van Oakland met Californië. Om van deze 13,6 km lange brug gebruik te mogen maken moeten we $ 2,00 betalen. Vanaf deze brug heb je al een fantastisch uitzicht op de stad. Na de brug begint meteen de stad. Met behulp van o.a. een simpele plattegrond uit een Mc Donalds folder en de routeplanner is het hotel gemakkelijk te vinden. Het Monarch hotel ligt aan een doorgaande straat in de binnenstad. Het is een wat ouder hotel met een vrij simpele kamer. Nadat we de koffers en de andere spullen naar de kamer hebben gebracht gaan we de auto terug brengen. Ook dit is vrij simpel te vinden en gaat heel snel. Vandaar is het ongeveer 20 minuten lopen om terug in het hotel te komen.

In de middag lopen we dwars door de stad naar de baai. Vanaf het hotel lopen we eerst langs veel winkels en restaurants en vervolgens door een deel van de stad met vrij luxe huizen. We wandelen wat over Fisherman's Wharf, het uitgaanscentrum van San Francisco. Vanaf een afstand zien we pier 39 met de kolonie zeeleeuwen. We willen met de Cable Car naar het hotel terug gaan maar als we bij het beginpunt willen instappen horen we dat de wachttijd ongeveer een uur is dus gaan we maar lopend terug. We bellen uit het hotel even naar Dirk en Ine want de blauwe koffer is toch wel verdacht leeg. Dat blijkt te kloppen want het zwarte colbertje hangt daar nog aan de kapstok. We wensen ze meteen een prettige vakantie.


's Avonds hebben we geboekt voor een excursie door de stad. Om kwart over zes worden we bij het hotel opgehaald. Na een overstap bij Fisherman's Wharf gaan we naar China Town. In dit gedeelte van de stad woont, buiten China, de grootste groep Chinezen bij elkaar. Het is echt een stukje China, zelfs de straatnamen zijn in Chinese karakters geschreven. Er zijn veel restaurants en ook veel winkels die hun waren voor een groot deel op straat verkopen. We maken er een wandeling onder de leiding van een Chinese gids. Eerst neemt zij ons mee naar een fabriek waar gelukskoekjes worden gemaakt. Fabriek is misschien een beetje overdreven voor een ruimte van 5x10 meter waarin twee koekjesmachines staan waarbij in elk koekje het papiertje met de spreuk met de hand wordt ingevoegd. Per dag worden er hier 100.000 van deze koekjes gemaakt. Vandaar gaan we naar een grote theewinkel waar heel veel soorten thee worden verkocht. We kunnen er een paar smaken proeven. Dan gaan we naar restaurant Far East. Hier hebben we het diner in buffetvorm. Niet zoals we gewend zijn lopend langs de tafels. We zitten aan een tafel voor 10 personen met in het midden een draaibaar gedeelte. Na het voorgerecht en de soep komen de hoofdgerechten. Je wacht of draait tot iets van je keuze in de buurt van je bord komt en dan schep je het op. Het is de bedoelong om met stokjes te eten maar voor wie dit niet lukt zijn er mes en vork beschikbaar.

Na het eten vertrekken we met de bus voor het laatste deel van de avond. Via de Bay Bridge rijden we naar Treasure Island. Dit is een klein eilandje in de baai waar de twee delen van de brug bij elkaar komen. Van hier heb je een mooi uitzicht op de stad. Het valt een beetje tegen. Veel gebouwen zijn niet verlicht. Het zal vast wel iets te maken hebben met het besparen op de energie. Vervolgens worden we om halfelf weer bij het hotel terug gebracht.

 

Vandaag gereden:  296 km.

Totaal gereden:    1846 km.

 

 

 

 

Dinsdag 31 juli

 

We moeten proberen om in twee en een halve dag zoveel mogelijk van San Francisco te zien. Je kunt dat natuurlijk op eigen houtje doen maar dat lijkt ons zoiets als het opnieuw uitvinden van het wiel. Bovendien loop je dan de kans om de leukste plekjes te missen. Voor vandaag hebben we dus een dubbele excursie geboekt. In de morgen een rit door de stad en 's middags in de omgeving.

Als we om halfnegen door een bus worden opgehaald is het mistig en koud. De kleine bus die de ophaaldienst verzorgd brengt ons eerst naar Fisherman's Wharf waar we overstappen in een grotere bus voor de city tour.

De eerste stop is bij het Palace of Fine Arts. Dit is een museum dat in neoroccocco stijl gebouwd is. Het gebouw is een overblijfsel van een tentoonstelling van 1915. In dit gebouw is ook het Exploratorium ondergebracht. Dit is een wetenschappelijk doe‑museum waar je zelf van alles mag uitproberen.

Dan rijden we door naar de Golden Gate Bridge, het symbool van San Francisco. De brug is 11 km lang, de opritten meegerekend. De kleur is donker oranje en het schijnt dat dit bij zonsopgang dit een gouden kleur is. We zullen het maar geloven want als wij er zijn is de mist zo dik dat er van de brug bijna niets te zien is. Maar ook dat geeft een heel bepaalde sfeer.

          Bij Cliff House komen we op het meest westelijke punt van San Francisco. Hier heb je een prachtig uitzicht over de oceaan en op de rotsen voor de kust. Ooit heeft hier een groot complex van badhuizen gestaan die door duizenden zieken werden bezocht in de hoop op herstel.    We rijden door naar het Golden Gate Park waar we bij de Japanse Theetuin stoppen. Alles dat in deze tuin gebouwd is of er geplant is komt uit Japan. We gaan er niet in maar ook van buiten af krijg je wel een indruk. We wandelen om de tuin heen. Dat is iets verder dan gedacht waardoor we bijna te laat bij de bus aankomen.

De chauffeur heeft het ons voorspeld; om elf uur is de mist verdwenen. Gelukkig maar want dan komen we aan op Twin Peaks. Dit zijn twee heuvels in de stad van 275 en 277