AFRIKA 2002                    

 

                                                                           

Dinsdag 24 april

 

 

Goed de vakantie is nog niet echt begonnen maar al wel een beetje. Bij het opstaan vind ik een kaart in de brievenbus van de AKM (= kerkenraad) met een boekenbon om een boek voor onderweg te kopen. Gerda en Coby gaan in Gouda de laatste inkopen voor de vakantie doen, o.a. een paar supersnelle sandalen voor het geval je voor een dolle olifant moet vluchten en een verrekijker voor het geval je juist niet voor een olifant moet vluchten omdat die veel te ver weg is. Ik fiets nog even bij mijn moeder langs.

's Avonds komt Marieke bij ons eten. Mede namens Coby, Irene en Florus heeft zij voor ons een overlevingspakket meegenomen. Zet u schrap want hier volgt de inhoud van het pakket: drie waxinelichtjes (altijd handig als de stroom uitvalt), een puzzelboekje (voor als de vakantie erg saai blijkt te zijn of voor in het vliegtuig), een Isostar High Energy banana reep als noodrantsoen, een kammetje, Taft Style & Fix Forming Spray?, een bandenplak set voor de fiets (ook voor vliegtuigbanden te gebruiken?), een tube wasmiddel om onderweg het ondergoed te kuisen, twee Lion repen om in noodgevallen de ergste honger te stillen, Guhl shampoo, Citronel olie om de muggen op afstand te houden, een doosje zuurtjes, een volkomen onduidelijk spuitbusje met de naam 'Facial Spray', vijf scheermesjes, twee tandenborstels, een doosje tissues, drie zakjes thee (of zijn het theezakjes), een jojo (voor het geval dat je je echt gaat vervelen), een staafje lip balsem, een flesje douche crème en tot slot twee condooms, een gewone en een feestexemplaar. Ja en dan heb je met dit laatste onderdeel van het overlevingspakket meteen een enorm probleem. Gebruik je ze niet dan kan dat als een vorm van ondankbaarheid worden beschouwd, gebruik je ze wel, hoe moet ik dat dan thuis uitleggen?


 

 

Woensdag 25 april

 

 

Rond een uur of elf is de koffer gepakt. Er is nog voldoende ruimte over voor souvenirs op de terugreis. In de middag gaan we naar Lisse. Het is mooi weer en Coby en ik hebben nog alle tijd om daar een uurtje te winkelen. Om vier uur brengt Peter ons naar het vliegveld. Daar checken we meteen in en gaan dan met z'n allen nog wat eten en drinken. Dan is het tijd om afscheid te nemen en door de douane te gaan. Vervolgens horen we dat we 35 minuten vertraging hebben, dat worden er uiteindelijk 80. Als we opstijgen met de Airbus A‑321 is het verschrikkelijk slecht weer. Dat blijft de hele reis naar Frankfurt zo, zodat we de nodige turbulentie meemaken onderweg. In Frankfurt staat een bus op het vliegtuig te wachten om de passagiers voor Johannesburg buitenom naar de wachtende Boeing 747 te brengen die vrijwel direct vertrekt en dan begint de zit van ruim 10 uur.  


 

 

Vrijdag 27 april


 

We moeten vandaag vroeg opstaan omdat er een flink traject moet worden afgelegd. De wekker staat dus op halfzeven. Om tien over zes word ik na een heerlijke nacht slapen wakker door het gekletter van water. Eerst denk ik dat het de buren zijn die onder de douche staan, maar dat is niet zo. Een volgende mogelijkheid is dat de fontein op de binnenplaats een beetje vroeg begint met spuiten, maar als ik de gordijnen opendoe zie ik de echte oorzaak, het giet van de regen en door het ontbreken van dakgoten klettert het water van het dak op de stenen van de binnenplaats. Het zal de hele dag min of soms veel meer regenachtig blijven regenen. Pas tegen de avond (hier al om een uur of vijf) klaart het op. Om acht uur vertrekken we naar Pretoria. Het is vandaag Vrijheidsdag in Zuid‑Afrika. We merken er weinig van behalve dat het rustig op de wegen is en het grootste deel van de winkels gesloten. Wij rijden over de snelweg naar het noorden. Langs de weg staan hier en daar kunst‑palmbomen. Dit zijn gecamoufleerde GSM‑masten. Verder zie je langs de weg veel nieuwe kantoorgebouwen en bedrijven. Deze zijn uit het centrum van Johannesburg vertrokken nadat de criminaliteit daar uit de hand liep.


 

Even voor Pretoria bezoeken we het Voortrekkers Monument. Dit is een kolossaal gebouw van 42 bij 42 meter en ook 42 meter hoog. Het is gebouwd ter herdenking van de Grote Trek waarbij de boeren uit het zuiden naar het noorden trokken om zo de toenemende dreiging van de Engelse en Franse kolonisten te ontlopen. Dat de  oorspronkelijke bevolking, de Zulu's daar niet blij mee was is duidelijk. Uiteindelijk ontaarde dit in een veldslag van 450 boeren tegen 12.000 Zulu's. De boeren wonnen zonder iemand te verliezen. Bij de Zulu's vielen 5.000 doden. Het monument is omgeven door een kring van 64 in graniet uitgehouwen huifkarren, precies op de manier zoals de boeren zich 's nachts beschermden tegen aanvallen van buitenaf. Binnen is het een grote vrijwel lege ruimte waar aan de vier muren in marmer deze hele geschiedenis is uitgebeeld. Dan is er de keuze, naar beneden waar een klein museum is of naar boven voor het uitzicht over de omgeving. Gerda gaat met de hysbak (= lift) naar boven en ik ga met de trap naar beneden. Eenmaal uitgekeken op de benedenverdieping ga ik ook met de lift naar boven. Even heb ik nog het plan om het met de trap te doen maar 180 treden is wel erg veel. Het is jammer dat door de regen het uitzicht maar matig is.


 
 

Onze volgende stop is in het centrum van Pretoria waar we het Kruger House Museum bezoeken. In dit huis heeft deze Boerenpresident van 1883 tot 1904 geleefd. De inrichting is nog zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat. Hoewel het huis erg ruim is kan je je nauwelijks voorstellen dat hij er met zijn tweede vrouw (zijn eerste overleed samen met hun eerste kind in het kraambed) er met 16 kinderen in gewoond heeft.


 
 

We vervolgen onze reis naar het oosten. Het landschap is wat saai, licht golvend met veel grasland met soms wat koeien en hel veel maaivelden. In de buurt van Middelburg zien we steenkolenmijnen en staalfabrieken met daar omheen de krottenwijken van de arbeiders. Langs de snelweg in de buurt van Middelburg stoppen we bij een "Burger"‑restaurant. Het is daar razend druk als wij er aankomen. Het lukt toch nog om binnen het uur de snelle hap naar binnen te krijgen en ook nog om te betalen.


 

Als we verder rijden verandert het landschap geleidelijk aan. Na Belfast, een klein boerendorp, begint het wat heuvelachtig te worden. Na Dullstroom, waar veel forellenkwekerijen zijn, wordt het ook steeds groener met veel beekjes en meertjes. Als we Ohrigstad voorbij zijn komen we echt in de bergen. We rijden dan nog ongeveer een half uur door naar Blydepoort waar we de komende twee nachten zullen slapen.


 
 

We logeren in Aventura Eco, een soort Centerparcs maar dan op een hoogte van zo'n 1.700 meter. Dit keer geen hotelkamer maar een volledig ingerichte bungalow met alles erop en eraan, zoals een ruime woon‑ slaapkamer, een keuken en een grote badkamer. De huisjes liggen verspreid tussen het groen. Gerda en ik hebben twee geschakelde huisjes. Nadat de bagage in huis is gebracht is het tijd voor een drankje op het terras van het restaurant. Vandaar heb je een prachtig uitzicht over de kloof tegenover ons en de ondergaande zon doet de kleuren op de rotsen ieder moment veranderen. Nick, onze reisleider heeft voorgesteld om vanaf nu ieder avondeten te beginnen met een gezamenlijke borrel om zeven uur waarna een ieder naar eigen inzicht en tijdstip aan tafel gaat. In ons geval werkt dit wel en zitten we aan tafel met z'n zevenen. Ook nu weer hebben we een uitstekende maaltijd in buffetvorm. Na het eten nemen we nog een laatste doppie (= borreltje) voor het slapen gaan.


 

 

 

Zaterdag 28 april

 

 

Het is al vroeg licht, de lucht is weer helemaal onbewolkt en dus tijd om voor het ontbijt een wandelingetje over het park te maken. Het is om zeven uur nog erg stil op het park. De enigen die je tegenkomt zijn de bavianen die in de bomen zitten en tussen de huisjes scharrelen.    Om negen uur na het ontbijt vertrekken we voor wat heet de panoramische route. Deze route volgt de loop van de Blyde Rivier. Het landschap is op zich niet spectaculair. Het ligt vrij hoog, zo tussen de 1500 en 2000 meter maar is  gewoon heuvelachtig. De Blyde rivier heeft hier een smal en heel diep dal in uitgesleten. Vrij snel maken we de eerste stop. Op dit punt, de Three Rondavels, heb je een mooi  uitzicht op de rivier, waar soms nijlpaarden te zien zijn. Die zijn er vandaag niet.

 

Dan gaan we naar Bourkes Luck Potholes. Bourke was een goudzoeker die daar wat goud heeft gevonden, vandaar het "luck". De potholes, of in het Afrikaans "kolkgate", zijn holtes die de rivier door de stroomwervelingen in de wanden van de canyon heeft uitgesleten. Van bovenaf is het ongeveer 500 meter lopen naar beneden. Daar zijn een aantal bruggen om de rivier over te steken en om heel mooi de stroom en de watervallen te zien die dit hebben gevormd.       De volgende stop is bij de Lisbon watervallen. Nog voor we uitstappen waarschuwt onze reisleider ons. Het kan hier echt gevaarlijk zijn want onlangs is hier nog iemand over het randje gekieperd. Met enige fantasie kan je in het onderste deel van de waterval gezichten of figuren zien. Nog iets verderop gaan we naar het uitkijkpunt Wonderview. Hier sta je op ongeveer 2000 meter en kijkt ongeveer 1100 meter naar beneden. In de verte kan je het  in het oosten het Krugerpark zien en, als we de gids geloven ook Mozambique.


 

De lunch is in het plaatsje Graskop. Dit is een klein gezellig toeristendorpje. Eigenlijk niet meer dan twee elkaar kruisende straten met wat winkeltjes en restaurantjes. In een ervan eten we wat, in mijn geval gerookte forel filet met salade en brood en een biertje. De kassa blijft op ongeveer elf gulden staan.


 
 

De laatste bezienswaardigheid van deze dag is Pilgrims Rest. Het plaatsje dankt zijn naam aan de goudzoekers uit de 19e eeuw die daar eindelijk goud vonden en er bleven wonen, dus een rustplaats hadden gevonden. Nadat in begin jaren 1970 er een eind kwam aan de goudwinning is het dorpje in de oorspronkelijke staat hersteld. De huizen zijn weer voorzien van de golfijzeren daken en ook het uiterlijk is weer zoals het ruim honderd jaar geleden was. Het is een soort Volendam geworden maar dan veel rommeliger.


 

De terugreis is precies omgekeerd aan de heenreis maar dan zonder stops. Om kwart over vier zijn we weer terug in onze huisjes. Dan is er alle tijd om aan het tafeltje buiten de kaarten voor het thuisland te schrijven. Bij deze bezigheid word ik in de gaten gehouden door een hagedis op de muur achter mij.


 

Bij de borrel voor het diner zit ik in een groepje met o.a. Nick, de reisleider, Bryan de chauffeur en twee Limburgers en een Fries. Het gesprek begint over de apartheid en de afschaffing daarvan maar gaat geleidelijk aan over verschillen in het algemeen, zoals tussen mannen en vrouwen en tussen Limburgers en Friezen. Net als we aan tafel willen gaan komt er een (wit) schoolkoor binnen die heel enthousiast en leuk een gevarieerd optreden geven van een dik kwartier. Ook aan tafel is het met nog steeds hetzelfde groepje gezellig en om negen uur verdwijnt iedereen om te gaan slapen.


 

 

 

Zondag 29 april

 

Om halfnegen vertrekken we naar het noorden en verlaten het Hoogveld van zo'n 2000 meter hoog via een mooie weg door een nauwe kloof in het Laagland op 900 meter hoog te komen. Onderweg stoppen we om foto' van de rotsen en hun mooie kleuren te maken.

Een half uurtje verder is de koffiestop in een leuk restaurantje iets buiten de route. Het is dan ongeveer tien uur. Het aangrenzende winkeltje verkoopt telefoonkaarten en er is alle tijd om uitgebreid met Coby te bellen. De kosten van het bellen met een telefoonkaart vallen reuze mee, nog geen gulden per minuut, maar dat kan zijn omdat het zondag is. Het is in ieder geval veel goedkoper dan mobiel en de geluidskwaliteit is stukken beter. We spreken af om, voor zover mogelijk regelmatig op deze manier contact met elkaar te zoeken. Als we weer verder rijden vraagt Nick wie in de bus vandaag thuis naar de kerk zou zijn gegaan. Er gaan een paar armen omhoog en Nick vraagt Klaas om het toeristen gebed voor te lezen. Klaas doet dit met gedragen stem. Hier volgt de tekst:

 

Hemelse vader die op ons neerkijkt, uw onderdanige dienstwillige toerist, die is veroordeeld om te reizen over deze aarde, het vastleggen van alles op foto en video, het versturen van ansichtkaarten en het kopen van souvenirs. Hij moet rondlopen in nog niet geheel droog ondergoed en een gekreukeld T‑shirt.

Wij smeken u, dat u er op toeziet dat ons vliegtuig niet wordt gekaapt en onze bagage niet wordt vermist, het overgewicht niet in rekening wordt gebracht. Bescherm ons voor teveel rekenende taxi chauffeurs en hebzuchtige slecht Engels sprekende stadsgidsen.

Geef ons deze dag begeleiding in de keuze die wij moeten maken voor de reis, dat het hotel niet overboekt is, dat ze hun verplichtingen nakomen, dat de bedden zijn opgemaakt en dat er heet water uit de kraan komt als we een bad nemen. We bidden dat de telefonist tenminste Engels spreekt, maar bovenal dat ons mobieltje werkt en dat er niet ergens in het hotel dat we aandoen een brief ligt van onze kinderen die ons verplichten naar huis terug te keren.

Leidt ons naar goede restaurants waar het eten nog betaalbaar is, de serveersters vriendelijk zijn en de wijn inclusief de maaltijd is. Geef ons de wijsheid dat we een correcte fooi geven in de munteenheid die we niet begrijpen. Vergeef ons als we niet voldoende fooi geven in onze onwetendheid of dat we teveel geven uit angst dat we tekort geven. Maak dat de plaatselijke bevolking van ons houdt, niet om wat we geven maar om wat we zijn. Geef ons de kracht om alle musea, kathedralen, paleizen en kastelen te bezoeken die vermeld staan in de reisgids. Vergeef ons als we er een overslaan om een glaasje te drinken in het café of om een uiltje te knappen na de lunch want ons vlees is zwak.

Voor de mannen

Houdt onze vrouwen weg uit de winkelcentra en bescherm hen voor koopjes die geen koopjes zijn en die ze niet nodig hebben of niet kunnen betalen. Leidt hen zodat ze niet in de verleiding komen om dingen te doen waar ze na de vakantie spijt van krijgen.

 

 


 

Voor de vrouwen


 

Houdt onze mannen tegen als ze steeds weer kijken naar de plaatselijke schoonheden die ze hier tegen komen en ze vergelijken met ons. Behoed hen dat ze zich zelf voor schut zetten in cafés en nachtclubs. Maar bovenal vergeeft ze niets want ze weten precies wat ze doen.


 

Wanneer onze vakantie over is en we weer terug gaan naar onze kinderen en familie begunstig ons zodat we iemand in de familie kunnen vinden die onze foto's wil bekijken en luistert naar onze verhalen, zodat ons leven als toerist niet voor niets is geweest.  

 


 
 

 

We rijden naar Tzaneen, een afstand van ongeveer 90 kilometer. De weg gaat door het Lage Veld. Het is een licht glooiend landschap met veel fruitkwekerijen, zoals sinaasappels, bananen en mango's. Ook zie je wel wat koeien. Op de hele route passeren we twee maal een dorp. In een ervan halen we een vrachtwagen vol vrolijk zwaaiende nonnen of verpleegsters in. Xenon is een fleurig aandoend stadje. Waarschijnlijk omdat het zondag is is het erg rustig op straat.


 
 

        We rijden het stadje uit en komen en tiental kilometers verder bij een theeplantage. Hier bestellen we de lunch en krijgen vervolgens een rondleiding door de theefabriek. We krijgen van de Afrikaans sprekende gids (wat redelijk te volgen is) alles te weten over thee; de plant, de oogst, de verwerking en de plantage. De plantage is 55.000 hectare groot en er groeien 3 miljoen theeboompjes. Voor het plukken zijn 1.500 mensen nodig terwijl er 160 in de fabriek werken. Aan het einde van de rondleiding kunnen we de verschillen tussen de theesoorten proeven.


 
 

Op weg naar het hotel gaat de bus onverwacht een zandweg op en na een paar kilometer achteruit rijdend een smal zandpad. Als de bus na een paar honderd meter stopt en we uitstappen zien we pas waar we zijn. Er staat een enorme apenbroodboom. De boom is meer dan 2.000 jaar oud en de omtrek is ongeveer 30 meter.     Om vijf uur komen we aan in de Tulani Safari Lodge, een kilometer of vijftien van de plaats Phalaborwa. We worden ontvangen met een glaasje vruchtensap. Daarna wordt de kamerindeling bekend gemaakt. Ik heb nu een normale eenpersoons kamer een de rand van dit kleine parkje. Het heeft een niet al te grote slaapkamer met een breed eenpersoons bed en een badkamer met douche en toilet. Dit keer zit Gerda beter, die heeft een terras.  Het eten is in een open eetzaal of een volledig overdekt  terras, het is maar hoe je het noemen wilt. Vlak voor we aan tafel gaan worden we gemaand om stil te zijn en naar het terras buiten te komen. Daar zien we bij een drinkplaats voor het wild een giraffe drinken. Deze plek is verlicht dus kunnen we het goed zien. Pas wanneer mensen foto' gaan maken en er enkele flitsers afgaan merkt het dier dat hij of zij niet alleen is. Na een paar laatste slokken verdwijnt de giraffe rustig tussen de bomen. Dan is het tijd om aan tafel te gaan. Vooraf stelt de vrouw van de eigenaar het keuken- en restaurant personeel voor. De baas zelf snijdt het vlees voor de gasten af van een groot stuk beesvleis. Alleen bij het hoofdgerecht is er keuze mogelijkheid. We blijven na het eten maar even zitten want morgen is het vroeg dag.


 

 

 

Maandag 30 april

 

Om iets voor zes loopt de wekker af, even later gevold door de telefonische. Net tijd genoeg om wakker te worden, de tandenborstel door de mond te halen en je aan te kleden. Om halfzeven vertrekt een groep liefhebbers (ongeveer de helft van het gezelschap) onder leiding van de baas voor een wandeling door het wildpark waar het hotel in ligt en dat ook zijn eigendom is. Hij is somber over de kans dat wij wild te zien krijgen. Daarvoor is de groep te groot en maken daardoor te veel lawaai. Hij krijgt gelijk want behalve pootafdrukken van de dieren en een paar verse hopen keutels is er van wild niets te merken. Maar het is een leuke wandeling in de vroege ochtend. Het is jammer dat het weer niet meewerkt. Het is somber en klam warm op dit tijdstip. Om half acht zijn we weer terug en hebben tijd om te douchen en de koffer te pakken. Om halfnegen is het ontbijt.

Om halftien vertrekken we uit het hotel, uitgezwaaid door de directie. Nadat we de kilometers lange zandweg met stenen, waarbij zowel de constructie van de bus als die van de inzittende danig op de proef wordt gesteld, komen we weer op het asfalt en gaan naar het zuiden. We stoppen in Hoedspruit bij het onderzoeks‑ en fok centrum voor bedreigde diersoorten, zoals jachtluipaard, wilde hond en wilde kat.  Eerst drinken we er een kop koffie, daarna kunnen we onze keuze voor de lunch kenbaar maken. Vervolgens krijgen we een videofilm te zien over het werk van het centrum. Dan volgt een korte safari in een jeep. Eerst komen we langs de afgeschermde woongebieden van de gefokte dieren. Daarna komen we vrij loslopend (de dieren dan) impala's,  neushoorns, gazellen en wat vogels tegen. Heel bijzonder is de voorplaats voor de aaseters zoals de gieren die hoog in de lucht cirkelen. Het ligt hier vol met afgekloven botten en de lucht is er ook niet echt fris te noemen. Als we weer in het centrum terug zijn is alles voor de lunch klaar. Het gaat dus heel snel en daardoor liggen we voor op schema als we verder reizen.

Halfdrie komen we aan in Hazelview, een levendige plaats op de kruising van een paar wegen. Wat vooral opvalt is het enorme winkelcentrum. Iets voorbij het winkelcentrum staat ons hotel  Numbi Hollow. Bij binnenkomst krijgen we een welkomstdrankje. Intussen worden de kamernummers bekend gemaakt. Ik krijg 108, een tweepersoonskamer van het type balzaal. Klaas heeft het opgemeten, 14 bij 4 meter en daar komt dan de badkamer nog bij. Nadat de koffer is bezorgd (hier in Zuid‑Afrika wordt de koffer in de kamer afgeleverd en bij vertrek daar ook weer opgehaald) loop ik even naar het winkelcentrum vlakbij. Het is daar een enorme drukte, waarschijnlijk omdat op de laatste dag van de maand de salarissen worden betaald. Daarna ga ik weer terug naar het hotel om even de ogen te sluiten. Het avondeten zou braai (= barbecue) zijn volgens de planning maar omdat het regent wordt het gewoon een buffet waar niets mis mee is. Daarna ga ik op tijd slapen want ook morgen is het weer vroeg dag.

Dinsdag 1 mei

 

Om vijf uur (in de morgen!) wordt de hele club telefonisch gewekt. Er is even tijd voor een wasbeurtje en je aan te kleden. Halfzes staat bij de receptie de koffie klaar en kunnen de ontbijtpakketten worden opgehaald. Dan staan buiten de jeeps klaar en stappen we in. We vertrekken in het donker en komen een kwartiertje later aan bij een van de poorten van het Krugerpark. Dit park is het meest bekende natuurreservaat van de wereld. Het is enorm groot, net zo groot als heel België, en wordt binnenkort met nog een miljoen hectare in Mozambique uitgebreid. Er leven heel veel dieren in het wild, zodat de een gerust de ander mag opeten zonder dat er iemand ingrijpt. Dat is het eerste verschil met een dierentuin, het andere is dat er in een dierentuin keurige wegwijzers staan welk dier waar te vinden is en je met een beetje telelens de mooiste close‑up kunt maken. Wat wij vandaag zullen zien hangt af van het toeval, het goede humeur van de dieren en ook van het weer, want als het zonnig is blijven veel dieren lekker onder een boom in de schaduw liggen en zie je niets. Wat het laatste betreft hebben we gelukwant het is bewolkt.

Om zes uur vertrekken we met een open jeep (gelukkig wel met een dak boven het hoofd) naar het Krugerpark. Het is dan nog donker en het regent. Onze chauffeur en begeleider voor deze dag heet Solly, volgens eigen zeggen een verbastering van Salomon. Hij is een goedlachse zwarte van een jaar of vijftig met grijzend haar en bijkleurende baard. Als we een kwartier later bij een van de poorten van het Krugerpark aan komen lijkt het even alsof de zon het vandaag van de regen gaat winnen. Helaas het is valse hoop. Het wordt in de loop van de morgen wel droog maar het blijft bewolkt. De temperatuur is op vaderlands niveau en als de jeep dan 50 kilometer per uur rijdt is het echt berenkoud. Gelukkig zijn er dekens aanwezig die je om je benen, of in het geval van de mensen zonder jack helemaal om je heen, kunt doen om zo bevriezingsverschijnselen te voorkomen.

We gaan dus op zoek naar de "big five", de leeuw, het jachtluipaard, de olifant, de neushoorn en de buffel. De verschillende jeeps van de groep, in ons geval vijf, houden constant radiocontact met elkaar. Heeft de een iets gezien dan meldt hij dat aan de anderen. We hebben geluk, al binnen het uur zien we neushoorns en olifanten. Weliswaar niet zo dichtbij dat ze op de motorkap liggen, maar gezien is gezien. Verder zie je heel veel impala's een kleine gazelle die daar net zo veel voorkomt als het konijn in onze duinen. Om negen uur maken we een stop op een van de picknickplaatsen om te ontbijten met ons pakket. Omdat het vandaag een vrije dag is in Zuid-Afrika, 1 mei de dag van de arbeid, is het er erg druk. De barbecues zijn al aangestoken en de eerste lappen vlees liggen al te roosteren. Je vraagt je dan af wat deze mensen de rest van de dag doen behalve eten? Daarna gaan we weer verder. Een heel leuk gebeuren onderweg is een groep bavianen waar zo te zien net een bevalling heeft plaats gevonden. Twee moeders met kind zitten op de weg met een baby die nog nat is. Op de grond ligt een plasje vocht. De kleintjes pakken de tepel van de moeders. Als zee ven later verdwijnen zie je bij een van de moeders de navelstreng nog hangen.



 

De lunch in het park is eigenlijk de eerste tegenvallende maaltijd in Zuid‑Afrika. Je moet je het een beetje voorstellen als het met de kinderen een frietje eten in de Efteling. Na lang in de rij staan krijg je dan iets te eten van een heel matige kwaliteit. Na de lunch geven we Solly ons 'verlanglijstje' voor de rest van de safari. Het zijn het nijlpaard en de zebra. Het zoeken naar nijlpaarden duurt erg lang. We kunnen niet langs de rivier rijden maar moeten af en toe op een uitzichtspunt kijken of we iets zien. Het lukt wel maar het beest is zo ver weg dat er geen foto van te maken is. Dan op naar de zebra. De tijd begint nu een beetje te dringen. Op deze zoektocht komen we veel dieren tegen die we al eerder hebben gezien maar nog niet zo mooi. Uiteindelijk vinden we er een paar en dan is het hek van de dam, we zien vanaf dat moment heel veel zebra's, zoveel zelfs dat Solly boven op de rem moet gaan staan om een botsing met een ervan te ontwijken.



 

Hierna gaan we weer terug naar het hotel. Het is intussen weer gaan regenen en hoewel Solly de zijkanten van de jeep met zijl heeft dichtgemaakt worden we niet echt warm. Om halfzes zijn we terug bij het hotel. Een warm bad om op temperatuur te komen lukt niet. Waarschijnlijk is iedereen dit van plan op dit moment en dat kan de warmtecentrale niet verwerken. Morgen dus maar.      


 

 

 

 

Woensdag 2 mei

 

Om iets voor zessen gaat de ingebouwde wekker af en is er dus alle tijd om rustig alles op orde te krijgen voor de komende dag. Dat daar enige tijd voor nodig is blijkt uit het feit dat de warme kraan pas na een enkele minuten ook daadwerkelijk de warme kraan is dan pas is douchen mogelijk. Intussen luister ik naar het nieuws op de Wereldomroep. Er is geen echt nieuws. Daarna is het ontbijt en het afrekenen in het hotel.       Om acht uur vertrekken we met de bus voor een tweede bezoek aan het Krugerpark. Het comfort van het reizen per bus is echter omgekeerd evenredig aan wat er vandaag te zien is. Na ruim een uur door het park rijden hebben we alleen maar een paar impala's gezien. Dan is er even een opleving als er een giraffe de weg oversteekt en vlak daarna een paartje klipspringers en een leeuw gevonden worden. Dan is het koffietijd in een soort stopplaats. Sommigen van ons gezelschap hebben tot dat moment nog geen olifant gezien. Vlak voordat we het park uitrijden zien we er toch nog een, min of meer verscholen tussen de bomen. Door de meest zuidelijke poort rijden we het park weer uit en stoppen in Malelane voor de lunch.

Daarna is het nog ruim anderhalf uur rijden door de bergen naar Badplaas waar we zullen overnachten. In de bus vullen we alvast de formulieren in die we morgen bij de grens met Swaziland nodig hebben. Het is intussen flink gaan regenen en het is koud. We verblijven in Aventura Resort, een vakantiepark met restaurants en winkels. Je kunt er van alles doen maar door het slechte weer komt daar niets van. 's Avonds eten we in een gril‑restaurant.


 

 

 

Donderdag 3 mei

 

Ik weet niet of het komt door de hoogte waarop we slapen, tussen de 500 en 1.500 meter, of dat het komt doordat je de hele dag min of meer inspannend bezig bent, ik slaap hier als een blok de hele nacht door. Het gevolg is dat je de volgende morgen, fris als een hoentje, vroeg wakker wordt. Nu is dit helemaal niet erg want dan kan je alles op je gemak doen, zoals de schoonheidsverzorging, de koffer inpakken en dit verslag schrijven. Voor vandaag staat een wektijd van halfzeven gepland maar het wordt kwart voor zes. Om zeven uur is het ontbijt in het restaurant van het bij het complex horende hotel.

Acht uur vertrekken we met de bus. Na een uur rijden door de bergen, heel hoog maar niet steil en dus blijft de hoogtevrees in de koffer, komen we bij de grens met Swaziland. Als je de zwarten wegdenkt is het net de Poolse grens. Het is er niet al te schoon en het wemelt er van de functionarissen die in een prachtig uniform een heel onduidelijke functie hebben. Alle paspoorten moeten in een plastic tas worden ingeleverd bij de Zuid‑Afrikaanse controle. Een kwartier later komt een statige dame in een soort uniform dat doet denken aan een Duitse duikbootkapitein in de oorlog ze terug brengen. Ze begint heel formeel. Bij ieder paspoort wil ze de bijbehorende persoon echt zien. Na drie paspoorten op deze manier gecontroleerd te hebben houdt zij het voor gezien en verlaat de bus. Dan begint het stempelen aan de andere kant van de grens om Swaziland in te komen. Ruim een half uur later is alles achter de rug en kunnen we verder rijden.

Vlak over de grens stoppen we in Ngwenya bij een glasfabriek. Van oud glas worden hier nieuwe producten gemaakt waaronder veel beeldjes van wilde dieren maar ook heel mooie vazen en glazen. In de fabriek kan je van bovenaf de bedrijvigheid volgen, het smelten, het blazen en het slijpen. Verder is er een winkel waar je het glas kunt kopen en er is en klein koffiehuisje. Buiten is er een man bezig om "houtsnijwerk" met een kettingzaag te maken. Een zo te zien niet helemaal ongevaarlijke combinatie van handen‑ en voetenwerk.

Daarna rijden we verder. We komen door de hoofdstad Mbabane, zo te zien een gezellig plaatsje met veel bedrijvigheid. Even verder stoppen we in Ezulwini voor de lunch. Voordat we aan tafel gaan is er alle tijd om souvenirs (of zoals Nick het noemt rommel) te kopen voor thuis. De spullen worden verkocht in een lange rij kraampjes langs de weg. Afdingen op de prijs is hier gebruikelijk. Bepakt en bezakt komen we weer bij de bus terug. Hoe krijg je dit straks allemaal in de koffer? De lunch verloopt uiterst traag. Hoewel onze serveerster slechts een tafel van acht personen hoeft te bedienen en er maar keuze is uit vier verschillende broodjes gaat alles in het tempo van een kreupele slak. Daardoor zijn wij als laatste klaar en vertrekt de bus bijna een half uur te laat.

 

 

We rijden verder naar het oosten en vanaf Big Bend bij de grens met Mozambique naar het zuiden. Bij Nsoko maken houden we een plasstop. Er zijn daar een paar krokodillen en twee jonge leeuwen. Tegen betaling mag je bij de leeuwen in het hok om foto's te maken of om ze te aaien. Ook is er een nagebauwd Zulu trekkers dorp met rieten huizen en een omheining voor het vee. Voor 80 Rand per nacht kan je in een van de hutten met drie personen slapen.


 

 Dan is het nog een half uur rijden naar de grens waar het stempelritueel zich in omgekeerde volgorde herhaalt. Het gaat nu wat sneller omdat er twee stempelaars zijn. Dan is het nog een uur rijden naar Hluhluwe. We slapen in het Protera Zulu Nyala Game hotel. Het ligt erg afgelegen aan een lange zandweg. Ook nu weet heb ik een ruime tweepersoons kamer met airconditioning en een complete badkamer met douche en ligbad. Buiten is een terras met een zitje. Over het eten doet Nick nogal geheimzinnig. Het enige dat hij laat weten is dat hij ons om zeven uur met foto‑ en filmcamera's op het terras voor het restaurant verwacht voor een drankje. Dan blijkt even later wat de verrassing is. Op het terras achter treedt een Zulu dansgroep op. Om acht uur gaan we aan tafel voor een uitgebreid buffet.


 

 

Vrijdag 4 mei

 

 

Bij het openschuiven van de gordijnen om zes uur krijg je het gevoel van jippie, het is droog. Eindelijk na drie dagen regen. Na het  ontbijt vertrekken we om kwart voor acht en komen een half uur later aan bij Dumazulu Village. Dit is een in traditionele stijl nagebouwd Zulu dorp. Op de parkeerplaats worden we opgewacht door een "bewoner" die onze komst per tamtam meedeelt aan het dorp. Even later komt er antwoord; we zijn welkom. Via een bospad komen we bij de ingang van het geheel met boomstammen omheinde dorp. Na weer een ritueel van vraag en antwoord mogen we naar binnen. Daar zien we, en krijgen uitleg over allerlei ambachten zoals die vroeger gedaan werden. Wie zien hoe de speren en de schilden gemaakt werden. Hoe de ongetrouwde meisjes onder toeziend oog van moeder potten bakken, manden vlechten en van kraaltjes sieraden rijgen. Te midden van dat alles zit het dorpshoofd vredig marihuana te roken. Wie trek heeft kan ook een haaltje nemen. Na de rondleiding door het dorp volgt er een dans show die voorafgegaan wordt door een proeverij van het zelf gebrouwen bier. Traditionele dansen in Afrika zijn wel heel anders dan wat je bij ons op een dansschool leert. Het heeft alles te maken met het uitdagen van elkaar, jongens onderling en tussen jongens en meisjes. Dit alles gebeurt onder het toeziend oog van de moeder, het dorpshoofd en de medicijnman. De begeleiding bestaat uitsluitend uit trommels. Het is een heel leuke show van een half uur.

 Daarna vertrekken we weer. We gaan vervolgens naar St. Lucia, een plaatsje in het gelijknamige reservaat. Het is een vriendelijk ogend toeristenplaatsje waarbij alles voornamelijk langs één straat van een paar honderd meter lang gebeurt. Je ziet er winkeltjes, restaurants en appartementen. We hebben er ruim de tijd om rond te wandelen en koffie te drinken.

 Om twaalf uur vertrekken we voor een boottocht over het St. Lucia meer. Eerst varen we in de richting van de Indische Oceaan. In de verte kunnen we de branding zien. Dan draaien we om en gaan landinwaarts. We zien nijlpaarden, eerst een groepje van vier en later twaalf bij elkaar die in het meer verkoeling zoeken. Aan de oevers liggen her en der verspreid krokodillen. Met de beste wil van de wereld is er geen beweging in die beesten te krijgen. Aan boord is een koud buffet, heel smakelijk, maar iets te weinig. Dat zit zo; we varen met twee boten, die van ons met ruim dertig man, een andere met nog geen twintig man. Iedere boot heeft dezelfde hoeveelheid eten aan boord. Bij ons gaat alles tot de laatste kruim op en op de andere is erbij terugkomst nog van alles over. De boottocht duurt twee uur die heerlijk op het bovendek in de zon wordt doorgebracht, ondanks de waarschuwingen van Nick dat wij als verbrande kreeften terug zullen komen. De brandschade blijkt nihil te zijn. Nergens iets verbrand en toch een lekker kleurtje.

 

 

Om halfvier zijn we weer in het hotel terug.'s Avonds hebben we dan eindelijk de lang verwachtte braai. Hiervoor is een apart restaurant. Een aantal halve rieten hutten staat in een kring opgesteld. Hier in staan de tafels en de stoelen. In het open middendeel staat de barbecue en brandt een houtvuur. Na het eten nemen we nog even een afzakkertje in de bar want morgen kunnen we "uitslapen".

 

 

 Zaterdag 5 mei

 

 

Om halfnegen vertrekken we naar het zuiden, richting Durban. De, deels snelweg met tol, gaat door een licht glooiend landschap met veel suikerriet en eucaliptisbomen die keurig in het gelid zijn aangeplant. Niet echt een opwindend landschap. Om elf uur maken we de koffiestop in Salt Rocks, een klein vakantieplaatsje aan de kust. We zitten er op een terras van een hotel, pal boven de Indische Oceaan. Voor we verder reizen gaat Nick eerst een groepsfoto maken. Wie er ook een wil hebben kan zijn toestel bij hem inleveren, hij maakt dan de foto.

Het is van hier nog 60 kilometer rijden naar Durban maar al lang voor je in de stad zelf bent ben je toch al weer in de bewoonde wereld. We rijden de stad van de noordkant binnen en gaan dwars door de stad naar de "Indian Market". Dit is een overdekte markt die uit twee, door een loopbrug met elkaar verbonden, delen bestaat. In het ene deel worden veel koperwerk en kruiden te koop aangeboden, het andere deel is de vis en vleesafdeling waar het bepaald niet fris ruikt. Ook buiten in de straat zijn veel winkeltjes en op straat wordt handel gedreven in allerhande botten en dierenvellen waar traditionele medicijnen van worden gemaakt. Het is er erg druk. We gaan naar de boulevard om een hapje te eten en daarna een wandelingetje te maken. Op weg naar het hotel stoppen we een half uurtje bij de botanische tuin, een heerlijk rustige plek in de drukke stad. In de rijd die wij in het park zijn zien we een aantal bruidsparen langskomen voor het maken van de trouwfoto's.

Iets voor vijf uur komen we bij ons hotel aan. We logeren de laatste twee nachten in het Umhlanga Rocks Hotel. Het is een wat ouder hotel met een prachtige ligging. Het ligt pal aan zee en de kamer heeft een heel mooi uitzicht. 's Avonds gaan we met een deel van de groep eten in een Italiaans restaurant in het dorp. Als we weer teruggaan naar het hotel stormt en onweert het en de terrasstoelen rollen door de hoteltuin.