Optimist
Hoe vertel je het paasverhaal aan kinderen? Ik heb dit jaar het in de
kindernevendienst geprobeerd het op een 'joodse' manier te doen. Pasen is iets
dat geen eenmalige gebeurtenis is maar iets dat steeds doorgaat, met
hoogtepunten en diepe droefheid.
Zoals bij de joden het paasfeest een week lang duurt zo is het ook bij ons.
Een week waarin alles wat menselijk (en goddelijk) is om aandacht vraagt.
We beginnen met Palmpasen, Hosanna, mooier kan het niet. Dan het grandioze
afscheid van Jezus van zijn vrienden op Witte Donderdag.
Een afscheid dat geen afscheid is want door het avondmaal zijn wij toch samen. daarna Goede Vrijdag, het lijden en sterven van een
onschuldige broeder. Goede Vrijdag is het eigenlijk
iedere dag van het jaar. Het zou niet te verdragen zijn om te weten dat er
iedere dag mensen gemarteld en gedood worden als er geen Paasfeest
was.
Gelukkig bestaat het. Soms zijn er van die momenten dat je denkt; we kunnen
een stap vooruit, zoals op de Filippijnen en Haïti waar de dictators het
onderspit hebben gedolven.
Vanuit dit soort optimisme heb ik geprobeerd om in de kindernevendienst het
paasverhaal te vertellen. Ik hoop dat iets van deze bevrijdingstheologie
overgekomen is.
Deze uiteenzetting hoe ik over Pasen denk is eigenlijk niet zo belangrijk.
Wat ik wil zeggen is zo gevoelsmatig dat ik er omheen draai. Klaasje is dood.
Zomaar, ineens. We hebben er veel verdriet om gehad.
Irene heeft haar in een graf onder de pruimenboom gelegd. Vooral voor haar
was het moeilijk om afscheid te nemen. Daarna kwam er een onverwachte rust over
Irene. Zij droomde 's nachts dat Klaasje was opgestaan en weer bij haar was. De
afgelopen nacht droomde ze dat Klaasje kindertjes had gekregen.
Het was voor mij een heel mooi paasverhaal. Het verhaal van iemand
verliezen en weer terug vinden. Irene droomt het, ik geloof het. Dat is Pasen,
het feest van de optimisten.
31 maart 1986