KOS                        

 

1998

 

 

Donderdag 1 oktober

 

Meestal begint een vakantie zo tegen de tijd dat je begint met het pakken van de koffers. In dit geval hebben we wat meer voorbereiding nodig gehad. Deze vakantie is een onderdeel van het vieren van ons 25-jarig huwelijk. Na het vieren met familie en vrienden en de mensen van onze geloofsgemeenschap zijn we na een paar dagen bijkomen van alles wat ons overkomen is vertrokken. De eerste week zijn we alleen op Kos, over een week komen de kinderen.

 

Rond kwart over vier staan we op en hebben nog even de tijd om een kop koffie te drinken. Een half uur later komen Marieke en Florus om ons naar Schip­hol te brengen. Of het is dat de gloednieuwe auto van Florus en Marieke te klein is, of het is dat één van onze koffers veel te groot is, maar iemand moet met een koffer op schoot richting vliegveld. Op Schiphol is het rond deze tijd van de dag nog erg rustig en alles verloopt volgens plan. Dat we miet de enigen zijn die nog een vakantie naar Kos, toch een relatief klein eiland, hebben geboekt blijkt dat we vliegen met een Boeing 747. Precies op tijd om half acht is het vliegtuig klaar voor vertrek. De gezagvoerder meldt zich dan met de mededeling dat er door drukte op de route vertraging is. reken maar op minimaal een uur; het wordt anderhalf uur.

Eenmaal op Kos aangekomen gaat alles heel snel en zijn we na een uur in het hotel. De kamer is gewoon standaard en heeft een heel knus balkon waar het lekker toeven is. Voor het zeezicht moet je wel wat over de rand van het balkon leunen, maar dat is meer omdat vanaf de eerste verdieping waar wij verblijven er wat bomen in de weg staan. Wij hebben uitzicht op een veldje waar wat schapen iets te eten proberen te vinden.

Na aankomst in het hotel gaan we wat van de achterstallige slaap inhalen, lopen wat rond in de omgeving van het hotel en bellen even naar Nederland om te zeggen dat we ver van huis op een lekker stekkie zitten. de afstand naar de dichtstbijzijnde telefooncel valt wat tegen, maar is goed voor een leuke avond­wandeling.

 

Vrijdag 2 oktober

 

 

Na het ontbijt gaan we fietsen huren. De verhuur zit tegenover de ingang van het hotel. Nadat de kaartjes in de enveloppen zijn gedaan fietsen we naar het postkantoor en vragen om 130 postzegels. De man achter het loket vraagt ver­baasd of hij het wel goed verstaan heeft en verwijst ons vervolgens naar het loket voor grootverbruik. Na een kwartiertje plakken kan alles afgegeven worden.

Om kwart over tien is het welkomstpraatje van de Arke hostess. Zij doet het wel leuk en we boeken de excursies.

Na afloop van het praatje fietsen we naar het centrum om daar wat rond te wandelen. In een piepklein juwelierszaakje vinden we de steen, blauw oog, die Coby uit het hangertje aan haar ketting is verloren. Voor een paar gulden wordt het hangertje gerepareerd. Na even op een terrasje te hebben gezeten fietsen we weer naar het hotel terug.

Na het avondeten gaan we nog wat wandelen en bellen even naar Nederland.

 

Zaterdag 3 oktober

 

 

Ook dit jaar zijn we op 3 oktober niet in Leiden en dus weer geen haring en wittebrood. Via de wereldomroep horen we dat het daar slecht weer is. Hier is het stralend.

We besluiten een luie dag bij het zwembad te houden en gaan na het ontbijt een plaatsje zoeken. Dat valt niet mee want bijna alles is al bezet, nou ja er ligt een handdoek op als teken de eigenaar ervan van plan is om ergens in de loop van de dag te komen. Soms is dat erg laat en staan die ligbedden een groot deel van de dag leeg. Het likt ons om twee oude, gammele, maar bruikbare exemplaren te vinden. Als het bij het zwembad te heet wordt maken we een wandelingetje lans het strand waar een lekker windje staat.

In de middag komen er wat wolken en draait de wind. Zou er ander weer op komst zijn?

 

 

 

Zondag 4 oktober

 

Als we wakker worden zijn er wat wolken en staat er veel wind. Geen weer dus om te fietsen en daarom gaan we met de bus naar het centrum. Daar is het nog erg stil. Alleen in en rond de kerk is het erg druk. Regelmatig onderbreken de mensen de dienst, die een paar uur duurt, even om buiten op het plein wat met elkaar te praten of wat te roken. Met de grote luidsprekers die buiten hangen kan je toch volgen wat er binnen gebeurt.

We wandelen door het centrum naar de oude Johannieterburcht. Dit is een enorm bouwwerk dat voor een groot deel de haven afsluit. In 1450 is met de bouw ervan begonnen. Nog steeds is goed herkenbaar dat er veel stenen in ge­bruikt zijn die gesloopt zijn uit gebouwen uit de oude Griekse tijd, zo'n 1500 jaar ouder dus. De burcht was bedoeld als verdedigingswerk tegen de Turken. Via een brug komen we de burcht binnen.

We blijven er niet erg lang want de lucht betrekt steeds meer en omdat er nergens meer een dak opzit zal schuilen wel erg moeilijk worden. De weg terug naar het centrum gaan we langs de plataan van Hippocrates, of wat daar nog van over is. Volgens de legende is de boom 2500 jaar oud, maar het is waarschijnlijk 500 jaar. Wat nu nog rest zijn wat delen van de buitenkant van de boom die door een stalen geraamte bij elkaar gehouden worden.

Even later gaat het dan toch echt wat regenen. Een mooie gelegenheid om op een terrasje de dikke Volkskrant van zaterdag te lezen en te wachten tot het droog is om weer met de bus naar het hotel te gaan.

In de loop van de middag klaart het weer helemaal op en schijnt de zon weer stralend. We gaan met de bus naar Agios Fokas. Op de kaart staat het echt als een plaats aangegeven. Als we er uit de bus stappen (het is ook het einde van deze buslijn) blijkt deze "plaats" te bestaan uit één hotel en twee strandtenten. Het strand bestaat uit grof zwart vulkanisch zand. Aan het strand drinken we wat om te wachten op de bus die, een uur later, weer terug gaat. Na het avondeten gaan we nog wat wandelen.

 

Maandag 5 oktober

 

Er is weer eens een luie dag gepland. Zwembad dus. We zijn er nu op tijd bij om een leuk plaatsje te "reserveren". Al voor het ontbijt lopen wij met onze badlakens bij het zwembad. Je voelt je toch wel een beetje a-sociaal, maar ja wat moet je anders. Dat dit niet altijd goed gaat blijkt halverwege de morgen als in het Duitse kamp van het hotel een complete burgeroorlog ontstaat over het bezet houden van de ligbedden. Er komen net geen tanks of straaljagers aan te pas maar een half uur lang gaat het er heel heftig aan toe.

Omdat vandaag onze trouwdag is gaan we eens heel luxe lunchen in de snack­bar bij het zwembad in plaats van het broodje gezond op ons balkon. 's avonds het wandelingetje naar het centrum. In de haven komt een vrolijk verlichte veer­boot aan. daarna weer met de bus terug.

 

 

Dinsdag 6 oktober

 

 

Vandaag gaan we mee met de eilandtour. Dit is een excursie met de bus waar­bij je ongeveer het hele eiland te zien krijgt. Tegen negen uur vertrekken we. De bus zit helemaal vol en Marijke is onze gids.

De eerste stop is in het bergdorp Zia. Dit ligt op ongeveer 400 m. hoogte. Het doet een beetje "Volendams" aan. Bijna alles is op de toeristen ingesteld. Omdat we er vroeg zijn valt het niet zo erg op. We maken eerst een stevige wandeling omhoog naar de dorpskerk. Vandaar is het maar een klein stukje lopen naar het winkeltje van Maria, een oud vrouwtje dat het eerste kruidenwinkeltje op het eiland is begonnen. Vandaar gaan we weer terug naar het dorpsplein om even een koffiepauze te houden. Vanaf het plein heb je een mooi uitzicht over het eiland. Voor we weer in de bus stappen kopen we een klein souveniertje, een stukje zeep. Bij gebrek aan wisselgeld krijgen we het cadeau.

Via Mastchari, een havenplaatsje waar we niet stoppen, rijden we naar Andi­machia, een dorp midden op het eiland. Het ligt vlak bij het vliegveld, maar daar merken we vandaag weinig van want woensdag en donderdag zijn de drukke vliegdagen op Kos. Er staat een kopie van een traditionele woning van het eiland. Met een buslading vol bezoekers is het dan wel erg vol in dit niet zo grote huis maar je krijgt toch wel een indruk hoe de mensen vroeger leefden. In deze plaats staat ook de enig nog echt in werking zijnde windmolen van het eiland. Waar­schijnlijk zijn ze er erg zuinig op want zodra de bus weer weg rijdt worden de wieken gestopt.

Vervolgens gaan we naar Kefalos in het zuid-westen van het eiland. Op weg daarheen rijden we door een landschap waar in de rotsen veel door de regen uitgesleten holen te zien zijn. Hier zouden de eerste bewoners van het eiland gewoond hebben. Kefalos ligt boven op een heuvel. De bus stopt onderaan het dorp en we maken een wandeling vaar boven door de straatjes van het dorp. het is leuk om de mensen te zien die niet echt van het toerisme moeten leven. Aan de andere kant van het dorp staat de bus weer op ons te wachten om ons naar het restaurant in Kamari voor de lunch te brengen. Er is keuze uit acht verschillende gerechten die binnen redelijk snelle tijd op tafel staan.

 

 


Daarna gaat het naar de badplaats Kardamena. Deze plaats wordt wel het Blackpool van Kos genoemd omdat er voornamelijk Engelsen logeren. Kardame­na heeft een vrij breed zandstrand met daarlangs een boulevard. Daarachter ligt een straat met voornamelijk bars waar midden op de dag de Engelsen hun favo­riete TV-serie zitten te kijken en drankwinkels die vrij goedkoop zijn. Veel sfeer is er niet.

De laatste plaats die we bezoeken is Pili. Om daar te komen moet de bus over een smalle bergweg omhoog en vervolgens weer omlaag. Wie heeft ons ooit wijsgemaakt dat Kos een vlak eiland is? Die zal er zelf wel nooit geweest zijn. In Pili is niet echt veel te beleven. Er is een bron die vanuit de bergen ontspringt. Er komen zes waterstralen uit. Als je uit ieder daarvan twee slokjes drinkt heb je mazzel. Doe je het rechtsom lopend dan krijg je een gelukkig leven. Doe je het linksom dat krijg je binnen een jaar een kind. Coby doet het linksom . . . . .

Tegen vijf uur zijn we weer terug en duiken snel in bad om even lekker het stof en zweet van deze leuke dag af te spoelen.

 

Woensdag 7 oktober

 

We huren vandaag weer een fiets en vertrekken  naar het Asclepieion. Volgens zeggen moet het een vrij vlakke weg zijn en dus te doen. Maar om de een of andere reden trapt de fiets dit keer toch veel zwaarder dan de vorige keer. Onder­weg stoppen we even om wat over het oude islamitische kerkhof te wandelen. Iets voorbij het dorp Platani gaat de weg zichtbaar omhoog. We stoppen even en besluiten dat dit toch wat teveel van ons gevraagd is om in deze warmte verder te gaan en draaien weer om. Een volgende poging om er te komen zullen we wel eens een keer met de bus doen. Nu begrijpen we waarom de fietsen zo zwaar trapten. De hele weg terug hoeven we niets te doen. Vanzelf rijden we weer naar beneden. Het zware trappen kwam dus niet door de fietsen maar omdat de weg ongemerkt omhoog ging.

In Platani stoppen we even om de kerk en de moskee te bekijken. Allebei zijn ze gesloten. Platani is het dorp op het eiland waar nog een Turkse gemeenschap woont. De moskee in het dorp is de enige op het eiland die nog in gebruik is. Weer terug in de stad stallen we onze fietsen bij een van de opgravingen en wandelen door de Turkse wijk naar de haven. De Turkse wijk is een deel van de stad met smalle straatjes en heel veel restaurantjes. In Kos-stad maken we met een treintje een rondrit langs de vele opgravingen. Daarna zoeken we de fietsen weer op en rijden terug naar het hotel.

In de middag fietsen we naar Psalidi, een nieuw hoteldorp op een paar kilome­ter ten zuiden van ons hotel. De weg terug gaat het tegenwind en dan merk je dat het best stevig kan waaien op het eiland.

 

Donderdag 8 oktober

 

 

We blijven vandaag in de buurt van het hotel, bij het zwembad om precies te zijn , want het is vandaag K-day, kids-day, de invasie van de kinderen. Als ze op schema zijn vertrokken dan kunnen ze hier rond een uur of een zijn. Om elf uur bellen we even naar Nederland om te vragen hoe laat ze zijn weggegaan. Om half twee gaan we ze in de hal van het hotel opwachten en het wordt uiteindelijk een half uur later voor ze er echt zijn. Na even wat bijpraten gaan we met

z'n allen nog even zwemmen.

 

 

 

Vrijdag 9 oktober

 

 

Terwijl de jongelui naar de info-bijeenkomst gaan liggen wij bij het zwembad. In de middag nemen zij onze plaatsen bij het zwembad over. 's Avonds gaan we met z'n allen nog even de stad in.

 

 

Zaterdag 10 oktober

 

 

Vandaag maken we een excursie naar Nissiros. We moeten vroeg opstaan en snel het ontbijt naar binnen proppen. Wat aan tafel niet meer lukt wordt in een servet gerold en meegenomen voor onderweg. Om kwart voor acht staan we op de bus te wachten. Deze brengt ons naar de haven van Kos en even later vertrek­ken we voor een tocht die ongeveer twee uur duurt.

Nissiros is oorspronkelijk een vulkaan. Ongeveer 200.000 jaar geleden is de grote klap geweest waarbij de top van het eiland is verdwenen en op een aantal kilometers verderop in zee een zelfstandig eilandje is geworden. vanaf zee is de oorspronkelijke kegelvorm van de vulkaan nog duidelijk te zien. Dat nog niet alles tot rust is gekomen blijkt doordat er nog regelmatig aardbevingen zijn.

We komen aan in de havenplaats Mandraki; we hebben op alle eilanden nog nooit een haven gezien die geen Mandraki heet. Daar staat de bus klaar om ons naar de krater te brengen. De bus is vast wel APK gekeurd, maar dan 20 jaar geleden voor het laatst. Al snel gaat de weg slingerend omhoog tot ongeveer 700 meter. Dan ben je op de rand van de krater. Voor de liefhebbers wordt het dan pas echt leuk want dan gaat het steil weer 600 meter naar beneden naar de krater­bodem, de caldera. Hoe verder je komt des te duidelijker ruik je de lucht van de zwavelsulfide, ofwel rotte eieren.

Beneden is er de gelegenheid om in een van de kraterputten rond te lopen. Hier merk je heel goed dat de vulkaan nog steeds niet dood in. De temperatuur van de grond is ongeveer 90 0C en hier en daar pruttelt er wat uit de bodem naar boven. Na een uurtje gaan we dezelfde weg weer terug en komen (ik tenminste) weer opgelucht in Mandraki terug. Lopend gaan we naar het centrum van het plaatsje om in een restaurant bij het dorpsplein te lunchen. Degenen die een Griekse maaltijd hebben besteld moeten zelf naar de keuken om een keuze te maken uit de verschillende gerechten. We eten heerlijk buiten op het plein in de schaduw van grote bomen.

Na het eten lopen we via nauwe straatjes, waar de gevolgen van de aardbeving in het voorjaar van dit jaar nog duidelijk te zien zijn, en een trap van 122 treden naar de Mariakapel. Deze is in een natuurlijke grot in de rots gemaakt. Vanaf het terras heb je een mooi uitzicht over de omgeving. Daarna gaan we weer al wan­delend terug naar de haven voor de terugreis met de boot. Onderweg zien we geen dolfijnen maar af en toe wel vliegende vissen.

In de avond maken we het niet al te laat. Florus besluit zijn foto's naar de 1 uur service te brengen. Maandag, twee dagen later, zijn ze klaar.

 

 

Zondag 11 oktober

 

 

Vandaag doen we een tweede poging om naar het Asclepieion te gaan, dit keer met de bus. Wanneer we in de stad instappen zegt de chauffeur al dat het niet zeker is of het open is. Die dag zijn er verkiezingen op het eiland en dan weet je het nooit zeker wat er wel en wat er niet kan. De rit die wij al zwetend en ploete­rend op woensdag geprobeerd hebben werkt de bus binnen 5 minuten af. Bij het Asclepieion aangekomen blijkt de opgraving inderdaad gesloten te zijn. De chauffeur vindt het geen probleem dat hij ons op het zelfde kaartje weer terug brengt. De rit terug duurt bijna een half uur en gaat door een aantal dorpjes in de buurt van Kos-stad.

Bij de haven stappen we uit en gaan wat wandelen langs de kade waar de, soms piepkleine vissersbootjes liggen. Een paar zijn net aangekomen en verkopen hun vangst, vaak niet meer dan een paar kilo vis, op de kant. Iets verderop zit een oude man met een vislijntje te proberen iets te vangen.

's Middags bij het hotel gaan we weer wat met de meiden en jongens zwem­men.

 

 

Maandag 12 oktober

 

 

Je bent Hollander of niet; dus maak je je druk over het weer. Bij de zonsop­gang, iets na zevenen, is de lucht gekleurd door het morgenrood. Nu zegt het spreekwoord: "morgenrood, water in de sloot", maar hier zijn geen sloten, dus zal het wel meevallen.

We maken er weer een zwembaddag van. In de loop van de middag besluiten Florus en Sander en een fiets of een brommer te gaan huren om iets van de omge­ving te bekijken. Het wordt een brommer. Gelukkig hebben zij er een helm bij gekregen, want op dit tijdstip van de dag is het kapelletje naast het hotel dicht en kunnen we dus geen kaarsje branden.

In de avond gaan we nog even naar een terrasje in het centrum en vervolgens weer met een taxi naar het hotel terug.

 

 

Dinsdag 13 oktober

 

 

 

De jongelui hebben voor vandaag een auto gehuurd om het eiland te verken­nen. Wij gaan lopend naar het centrum. Ongeveer halverwege halen ze ons in maar een lift wordt ons niet aangeboden.

Met de bus gaan we een laatste poging wagen om het Asclepieion te bezoeken. Iets buiten het centrum komen we langs het Casa Romana. Dit is een villa die in de Italiaanse tijd gebouwd is in de stijl van een klassieke Romeinse villa. Aan de buitenkant ziet het er niet uit. Er zit geen enkel raam in. Binnen valt het ook erg tegen. Het is erg vervallen en zo te zien wordt daar weinig aan gedaan.

Even later komen we bij het Asclepieion. Dit is een heel oud heiligdom van de god Esclepius, de god van de geneeskunde. Het is juist daar op de helling van de heuvel gebouwd omdat lucht en water daar het schoonst waren en een gezonde invloed op de zieke mens zouden hebben. Met enige overdrijving kan je dit het oudste ziekenhuis van Europa noemen. Het is een vrij groot complex dat in drie terrassen is gebouwd. Vanaf het bovenste heb je een pracht uitzicht over de omgeving. Met een plattegrond erbij zijn sommige delen nog goed herkenbaar. Na een uurtje rondwandelen gaan we weer met de bus naar het centrum terug.

Na een wandeling lang de haven en even uitrusten op een terras gaan we weer naar het hotel terug. 's Avonds zitten we nog een poosje op het balkon.

 

 

Woensdag 14 oktober

 

 

Toen we begin dit jaar onze vakantie boekten was dat naar Bodrum in Turkije. Omdat het complex van het hotel daar tegen een helling gebouwd is hebben we dat later omgeruild voor een hotel op Kos omdat dat een stuk vlakker is. De afstand Kos-Bodrum is hemelsbreed zo'n 20 kilometer en een bezoek aan de stad is als dagexcursie te boeken. Omdat we toch wel wat nieuwsgierig zijn naar waar we gezeten zouden hebben gaan we vandaag er naar toe.

We hebben de wekker gezet want we vertrekken vroeg. Echt nodig was dat niet want om zes uur worden we wakker door een stevige onweersbui. Op het balkon gaan we in het donker zitten kijken hoe de bui overtrekt. Om zeven uur is het weer droog en klaart de lucht op en als we om acht uur vertrekken komt de zon weer door.

Met de bus gaan we naar de haven waar we onze paspoorten terugkrijgen die we tevoren hebben moeten inleveren. Het is ongeveer drie kwartier varen naar Bodrum. Halverwege wordt naast de Griekse ook de Turkse vlag gehesen. Zoude die twee landen dan toch nog vrienden van elkaar worden? In de haven van Bodrum moeten we weer ons paspoort inleveren. Hiervoor krijgen we een kaartje terug dat als een soort dagvisum dient.

Langs het kasteel lopend komen we in de stad die vrij langgerekt langs de zee ligt. Er zijn veel kleine winkeltjes waarvan veel met kleding en (nep) horloges en sieraden. Ook zijn er veel restaurantjes. Nadat we bij zee op een terras iets gege­ten hebben gaat Irene op zoek naar een winterjas. Een beetje vreemde ervaring om zoiets te doen als het 30 oC in de schaduw is. De zoektocht vult een flink deel van de middag. Sander probeert intussen een broek te vinden. Het lukt hem niet. Dan is het tijd om langzaam weer naar de haven terug te gaan om met de boot de reis terug te maken.

Met de bus gaan we voor de laatste keer naar het centrum. Bij de halte vallen de eerste druppels, als we even later uitstappen valt er iets meer regen en later op de avond barst de bui los. Wij zitten dan net lekker droog op een terrasje. De kinderen die wat later daar aankomen zijn drijfnat. We laten ons met een taxi weer naar het hotel terugbrengen.

 

 

Donderdag 15 oktober

 

Het is vandaag de laatste dag van deze vakantie. We hebben alle tijd om rustig te ontbijten en daarna de koffers te pakken want we worden pas om half elf opgehaald. Op het vliegveld gaat het inchecken erg chaotisch maar het is geen probleem om zes plaatsen bij elkaar te zoeken. Dan begint het wachten want het vliegtuig heeft een uur vertraging. Wanneer we eenmaal ingestapt zijn vertrekken we meteen en zijn drie en een half uur later op Schiphol. Daar worden we opge­haald door een limousine van een taxibedrijf. De chauffeur heeft de grootste moeite om ook alle bagage aan boord te krijgen maar het lukt en even later zijn we thuis.

 

                                                                                                                                             Einde